Nienke ’s Gravemade noemt zichzelf een “slachtoffer van het algoritme”, terwijl datzelfde Instagram-algoritme haar grootste doorbraak opleverde. De veelzijdige maker (acteur, fotograaf, schrijver, activist én satiricus) zocht jarenlang naar haar vorm en had tot een half jaar geleden nog het gevoel “achter alles aan te rennen in de hoop dat ze de trein zou halen.” Haar doorbraak kwam per ongeluk: toen haar algoritme vol kwam te staan met bizarre video’s uit de manosfeer, besloot ze daarop te reageren door zelf filmpjes te maken. Nu bereikt ze miljoenen mensen met humoristische Instagram-video’s die giftige mannelijkheid ontmaskeren. Op haar 43e heeft ze eindelijk het gevoel dat ze “misschien een trein heeft gehaald.”
Hoe kwam ze erbij om zichzelf te filmen? Waarom werkt humor beter dan serieuze documentaires om jongeren te bereiken? En wat gebeurt er eigenlijk als je Instagram-filter plotseling wordt weggehaald en je verder moet met je eigen hoofd?
ERNST-JAN PFAUTH: Zo. Welkom Nienke, fijn dat je er bent.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Heel fijn.
ERNST-JAN PFAUTH: We dachten, we laten beginnen voor degenen die nog niet bekend zijn met je werk,het zullen er niet veel zijn, maar laten we toch voor hen even een video laten zien. Een reel die je hebt gemaakt onlangs, die anderhalf miljoen keer is bekeken. En volgens mij typeert dit wel jouw recente werk.
[Publiek lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, Nienke. Ik wilde jou eigenlijk vragen als eerste, jij doet eigenlijk heel veel. Dus als je zo’n filmpje alleen van jou kent, dan heb je geen idee wat jij daarvoor allemaal hebt gedaan. Je hebt een theateropleiding gedaan, je bent schrijver, je hebt inderdaad een boek gepubliceerd, maar je schrijft ook stukken, je schrijft ook zelfs erotische verhalen. Je doet van alles, je schrijft columns, je bent op de radio. Ik vroeg me af, heb jij eigenlijk lang gezocht naar jouw vorm, naar wat jouw vorm is als maker?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, ik denk tot een half jaar geleden.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oké, en hoe is die zoektocht gegaan? Heb je gewoon heel veel dingen geprobeerd?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nou, ik vond het wel… Ik was best wel geraakt door wat Hedy vertelde over haar moeder die geen opleiding had gehad en daardoor eigenlijk altijd, wat zei je nou, een minderwaardigheidsgevoel had? Ja, en ik herken dat wel, want ik heb eigenlijk ook vanaf, ik heb een middelbare school gedaan, mijn advies was VWO. Dus ik ben naar het gymnasium gegaan. Nou, dat gymnasium was dan net, ik was niet zo goed in Grieks. Dus toen ging ik naar het VWO en dat was, daar ging dat ook helemaal niet lekker. Ik werd gepest en toen ben ik naar de HAVO gegaan. Nou, dat was top, toen heb ik HAVO gedaan. En toen ben ik gaan studeren, maar dat was eigenlijk, dat lukte eigenlijk ook niet echt. Toen ben ik maar gaan werken.
Dus ik heb eigenlijk tot, nou ja, wat ik zeg, tot een half jaar geleden, eigenlijk altijd een beetje het idee gehad dat ik een soort van iets moest, meer moest doen. Of dat ik, ja, dus niet goed genoeg was of zo voor de maatschappij. Het klinkt heel erg groot, maar wel een beetje het gevoel dat iedereen me eigenlijk voorbij racete. En dat ik dacht: ja, maar ik heb dat niet gedaan. Ik heb die boot ook gemist. Ik wilde de theateropleiding doen, ook pas op mijn 27e gaan doen. Was ik klaar, dacht ik: oh, ik ben misschien onvruchtbaar, ik moet nog wel eerst een baby maken. Dus ik ben eigenlijk altijd een beetje zo achter alles aangerend in de hoop dat ik op een gegeven moment de trein zou halen.
Ik ben eigenlijk altijd een beetje achter alles aangerend in de hoop dat ik op een gegeven moment de trein zou halen.
Nienke ’s Gravemade
En nou ja, ik heb een half jaar geleden voor het eerst gevoel gehad… Of eigenlijk nu ik hier zit, het gevoel dat ik misschien een trein heb gehaald. [Publiek applaudisseert]
DOORTJE SMITHUIJSEN: [Lacht] Nou, dankjewel. En was er dan een moment dat je…
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Sorry, ik ben heel zenuwachtig.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Aaah.
ERNST-JAN PFAUTH: Dat mag.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Als ik het zeg, dan is het minder.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Wat leuk.
ERNST-JAN PFAUTH: En je hebt al drie keer applaus gekregen. Volgens mij gaat het wel lekker.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ik ga nu ook, ik ben nu…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Voor mensen die jou niet kennen, je maakt veel van dit soort filmpjes en ze worden heel veel bekeken en terecht, denk ik. Maar was er een moment dus dat jij dacht, na dus al die verschillende dingen die je gedaan had, dat je dacht: oh, dit is het? Ik wil dit soort filmpjes… Of kwam er iets samen of zo?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, het is eigenlijk nog veel suffer. Ik moest een tweede, ik had een contract voor een tweede boek. Maar dat kwam niet uit mijn vingers. En ik was veel thuis in Brussel. En toen zat ik veel op Instagram. En toen ging ik filmpjes maken, omdat ik dat zelf grappig vond. Een soort tijdverdrijf.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, maar goed, heel veel mensen zitten op Instagram, maar zeg maar, I would rather die dan dat ik mezelf zou filmen en dat zou nooit in mij opkomen.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, maar het is…
ERNST-JAN PFAUTH: Nee, ik vind het bij mij ook altijd heel awkward. Maar bij jou niet.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, nee, maar dat komt misschien dus ook wel doordat ik nooit van plan, ik ben dit allemaal nooit van plan geweest. Ik ben nooit op een ochtend wakker geworden dat ik dacht: nou ik ga nu eens even lekker viraal op Instagram. En dan ga ik naar de Rode Hoed. En dan ga ik in de krant staan. Dat is nooit mijn plan geweest.
Ik ben dit allemaal nooit van plan geweest.
Nienke ’s Gravemade
ERNST-JAN PFAUTH: Wat dacht je wel dan? Waarom begon je met filmen?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nou, ik vond het gewoon allemaal heel erg mal wat er te vinden was. En wat ik zag. Mijn algoritme, dat is eigenlijk het voornaamste wat er is gebeurd, is mijn algoritme is eigenlijk veranderd naar een jongen van 15, 16. [Publiek lacht] Dat is eigenlijk wat er is gebeurd.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Heb je dat zelf gedaan?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, wel. Ja, gedeeltelijk.
ERNST-JAN PFAUTH: Hoe kwam je daar bij dan? Sorry, gekke vraag, maar…
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, nee, snap ik. Snap ik, goede vraag. Ik was eigenlijk in eerste instantie vooral gefascineerd door eigenlijk een beetje de spiriwiri mensen. Zo na de corona periode kreeg je steeds vaker mensen die dan de wereldvrede gingen bewerkstelligen door ijsbaden. En ik vond dat allemaal heel grappig. En chakras. En alle respect, het mag allemaal. Het is helemaal goed. Maar ik vond dat heel grappig. En blijkbaar kom je dan in een bepaald stroompje op het algoritme wat je dan uiteindelijk brengt bij alle…
ERNST-JAN PFAUTH: Dit is jouw overkomen dus, dat je als 15 jarige wordt gezien.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: [Overdrijft] Ik ben slachtoffer van het algoritme!
Ik ben slachtoffer van het algoritme!
Nienke ’s Gravemade
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar ik vind het wel interessant, want ik zie door jou eigenlijk al dit soort filmpjes. Want dit komt mijn algoritme niet in, zeg maar. Was dat ook voor jou een soort motivatie? Dat je dacht: ik wil dat meer mensen dit zien?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: In eerste instantie niet. Want ik dacht eigenlijk dat iedereen dat wel zag. [Lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oh ja. [Lacht]
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Maar dat bleek niet zo te zijn. Dus ik maakte die filmpjes en daar kreeg ik dus reactie op van: “Jeej, wat een klapmongolen!” En ik dacht: oh ja, het is eigenlijk ook best wel echt wel gek. En eigenlijk door dat mensen dus mij gingen DM’en. Ik heb veel, nog steeds wel, ik krijg veel DM’s van ouders die zeggen: “Ik kijk jouw filmpjes met mijn kinderen samen.” Docenten die mijn filmpjes met hun klas kijken. Echt puur om te laten zien wat je te zien krijgt.
En ik denk dat daar, dat we sowieso veel te lang ons niet gerealiseerd hebben als opvoeders, als volwassenen, hoe groot dat algoritme is en hoe groot die wereld op het internet is, waar wij dus als volwassenen niet bijkomen. Maar waar jongens van 14, 15 en meisjes van 14, 15 op een andere manier, wel mee in aanraking komen. Ja, en als ze dat niet thuis vertellen, weet je dat niet. En als je dan drie jaar later ineens denkt: zo, mijn zoon is heel erg vrouwvriendelijk. Hoe kan dat? Dat heb ik toch helemaal niet gedaan? Ja, dan is dat op de telefoon gebeurd.
ERNST-JAN PFAUTH: Het begon eigenlijk dat je dacht: wat een gekke filmpjes, ik ga daar zelf video’s over maken. En die urgentie, die werd langzaam maar zeker steeds duidelijker?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja.
ERNST-JAN PFAUTH: En wat is er dan, want je zegt net een half jaar geleden, wat was er dan ongeveer een half jaar geleden dat je dacht van: hey, dit werkt blijkbaar?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Toen kreeg ik ineens wel heel veel volgers. Dat was het eigenlijk, ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: En is het een keuze van jou om het… Er zijn natuurlijk heel veel manieren waarop je dit kan vertellen. Dus denk wat jij ook zegt, dat het een boodschap is waar heel veel mensen zich nu mee bezighouden. Dus inderdaad: wat bekijkt mijn kind eigenlijk online? Wat gebeurt er dan in die manosphere?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Adolescence kwam daar bijvoorbeeld ook in, op een perfect, ik weet niet of iedereen dat kent, de serie… Fantastische serie waarbij een jongen door de manosfeer eigenlijk uiteindelijk een meisje om het leven brengt. Heel gechargeerd, maar dat is wel een beetje wat er is gebeurd. En dat was eigenlijk wel mooi, dat heeft ergens ook mijn verhaal wel versterkt. Er gebeurt nu zoveel op dat gebied. Er is zoveel over gesproken, dat daardoor mijn, wat ik maak, ook een bepaalde grond vindt.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Adolescence is natuurlijk inderdaad bijvoorbeeld juist echt, dat is echt een bloedserieuze serie. Je had natuurlijk ook voor zo’n filmpje kunnen gaan staan en zeggen, heel serieus zeggen: “Hallo mensen, hebben jullie enig idee wat jullie kinderen bekijken?” Maar je kiest er eigenlijk voor om het heel humoristisch, echt, het is gewoon geestig.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Maar ik geloof ook, weet je, bij Adolescence bijvoorbeeld, dat wilden ze dan ook gaan aanbieden als lesmateriaal op school. Daar ben ik het totaal niet mee eens.
ERNST-JAN PFAUTH: Dat ging allerlei wetgevers roepen van: “Iedereen moet dit…” Waarom vind je dat zo erg dan?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Dat vind ik niet erg, maar ik vind het enorm onverstandig.
ERNST-JAN PFAUTH: Waarom?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ik vind het echt een serie voor opvoeders die daardoor kunnen zien: oh wacht, mijn zoon of mijn dochter zit de hele dag op zijn kamer, misschien moet ik eens een keer gaan vragen wat hij daar aan het doen is. Om het als lesmateriaal aan te gaan bieden in een klas, waarbij een vierde, een derde, de helft, daadwerkelijk zelf in die manosfeer rondloopt… Ik vraag me gewoon af of het verstandig is om daar, om dan te laten zien: kijk, je wordt een monster. Ik geloof dat het helemaal niet verstandig is voor juist voor die groep, om het dus op die manier te bespreken.
ERNST-JAN PFAUTH: Wat zou wel werken dan, denk je?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nou ja, ik hoop dus mijn filmpjes.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Jouw filmpjes, ja precies.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Humor!
ERNST-JAN PFAUTH: Dus door het humoristische, komt er wat lucht bij.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Dat krijg ik wel terug. Dat is nogmaals ook nooit mijn plan geweest, maar dat krijg ik wel terug inderdaad. Mensen die zeggen: “Ja, doordat ik dit laat zien, heb ik ineens gesprekken met mijn kinderen.” Waar het anders is: oh, hey, wat moet ik doen? Maar is het nu eigenlijk altijd vanuit een bepaalde lolligheid.
ERNST-JAN PFAUTH: Nou, laten we naar een vroege inspiratiebron van jou kijken, die ook onder andere om lolligheid draait. Dat komt uit 2005. Anniek Pheifer bij Jiskefet. Leuk, leuk dit. Was niet afgesproken. Ze speelt een stagiair bij het bejaardentehuis Sint Hubertusberg. Dit is een lekker lang fragment. Laten we er lekker voor gaan zitten. En dan gaan we het er zo over hebben waarom jij dit zo goed vond.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: [Lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dit is zo leuk.
ERNST-JAN PFAUTH: Wanneer zag je dit voor het eerst?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, ik denk meteen toen het werd uitgezonden.
ERNST-JAN PFAUTH: En dit maakt een diepe indruk op jou, toch?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, vooral Anniek, moet ik wel zeggen. De verpleegster. Ik kan me eigenlijk nog herinneren dat ik haar voor het eerst zag. Ik keek naar Jiskefet en naar Van Kooten en De Bie. Mijn ouders keken dat. Die houden ook van dit soort schurende humor. Dus ik denk dat ik dat stiekem ook wel heb meegekregen dus, het randje opzoeken. En ik zag haar en wat ik zo, ik vind haar sowieso fantastisch. Maar in deze rol zag ik voor het eerst hoe je dus heel serieus en eigenlijk heel tragisch zo grappig kunt zijn. En dat vond ik echt zo knap. En dat was wel echt een moment dat ik dacht: ik wil echt heel graag spelen.
ERNST-JAN PFAUTH: Want je was ergens een tiener en je dacht: dit wil ik nu ook gaan doen, dit acteren?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, ik was daar echt door aangeraakt.
DOORTJE SMITHUIJSEN: En is dat wat je voor je gevoel doet nu, acteren? Zeg maar, je hebt een soort alter ego nu online…
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, ik heb een theateropleiding gedaan. Ook weer net niet dé theateropleiding. Dus dat is dan weer net een andere, waardoor het ook weer niet echt voelt. Waardoor ik ook nog altijd impostor syndrome heb. Ik zal ook nooit, niet zo snel zeggen: “Ik ben actrice.” Dat is ongemakkelijk, maar tegelijkertijd…
Ik zal ook niet zo snel zeggen: “Ik ben actrice.” Dat is ongemakkelijk.
Nienke ’s Gravemade
DOORTJE SMITHUIJSEN: Wat vind je daar ongemakkelijk aan?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nou ja, omdat het… Nou, het is hetzelfde als ‘de schrijver’. Voordat ik een boek publiceerde, schreef ik al verhalen. Maar ik kreeg niet mijn bek uit om te zeggen: “Ik ben schrijver.” En toen ik dat boek had, dacht ik: nu kan ik eindelijk zeggen dat ik schrijver ben. Ja, en het is hetzelfde met een opleiding hebben afgerond. Dat je het gevoel hebt: nu mag ik. Nu heb ik het recht om iets te vinden of te maken of te zijn.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, maar het is natuurlijk wel interessant, Nienke, dat je dat zegt. Want jij maakt dingen en je creëert dingen die, zoals we eerder al zeiden, een miljoenen publiek hebben. Ik bedoel, er zijn heel veel acteurs in Nederland die daar moord voor zouden doen.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, nou ja, het is ook wel echt… Dat klinkt echt groots, maar het is ook wel… Donderdag word ik 43. Wat prima is, sorry.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dat is niet het grote wat je wilde aankondigen.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, ja, ik word 43. Het is eindelijk… Het is eruit. Maar dat ik echt voor het eerst in mijn leven misschien wel het idee heb dat ik iets te vertellen heb. En dat ik me daar niet voor hoef te verontschuldigen. En dat ik daar niet via zijwegen naar toe hoef. Maar dat ik gewoon kan zeggen: “Ja, ik weet iets over de manosfeer.” Ik weet iets over timing in comedy. Ik weet iets. Ja, en dat heb ik echt wel de afgelopen maanden ontdekt. Dat ik dat dus al die tijd blijkbaar allemaal al had.
Voor het eerst in mijn leven heb ik het idee dat ik misschien wel iets te vertellen heb. En dat ik me daar niet voor hoef te verontschuldigen.
Nienke ’s Gravemade
ERNST-JAN PFAUTH: En wat mooi dat je daar gewoon zo al zoekende bent uitgekomen.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Per ongeluk ben gekomen, ja.
ERNST-JAN PFAUTH: Want hoe maak je zo’n video die we net hebben gekeken? Hoe ga je dan te werk?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nou, ik sla dat videootje van zo’n gast, of soms ook vrouwen, op. En dan ga ik hem knippen en dan knip ik ‘m in zo kort mogelijke zinnetjes. En dan pas als ik dat geknipt heb, ga ik reageren. En dat is nooit gescript.
ERNST-JAN PFAUTH: Dat improviseer je allemaal?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, ik doe ook nooit langer… Ik ben meer tijd bezig aan het uitschrijven van de ondertiteling, dan aan het filmpje maken. Als het binnen tien minuten ook niet er echt in zit, dan stop ik ook. Want dan heeft het geen zin.
DOORTJE SMITHUIJSEN: En is dat dan dus een soort van vaste rol die je aanneemt?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, ik wissel een beetje.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oké.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ik merk nu ook…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Heb je bepaalde typetjes waar je in de huid kruipt?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nou, ik had in het begin altijd dat filter met die blauwe oogschaduw en die lippen. En die had ook een beetje verlaagde stem. Dat was heel leuk. Dat werkte heel goed. Maar Instagram had dat ineens verwijderd. Toen had ik ook paniek…
ERNST-JAN PFAUTH: Je filter verwijderd?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Het filter was verwijderd! Dus toen dacht ik: oh nee, nu kan ik nooit meer… Nu houdt alles op. Maar toen dacht ik: nee, ik ga gewoon verder met mijn eigen hoofd. Kijken hoe dat gaat. En dat is eigenlijk… Grappig genoeg versterkt het voor mensen ook nog meer de boodschap, omdat het wat minder kolderiek is. Maar veel meer echt aanvoelt als een echt gesprek tussen twee echte mensen die dat gesprek niet echt hebben.
Dus typetjes… Ja, ik wissel wel een beetje. Ik heb af en toe wat accentjes. En ik heb af en toe een andere insteek. Bij één had ik een gozer, een zanger, een of andere christelijke reggaezanger. Niet om aan te horen. En toen ging ik ook rap zingen. Want ik was de hele tijd aan het zoeken naar het praten en dat werkte niet. Toen dacht ik: oh, ik moet gewoon doen wat hij doet. Dus dat komt wel echt op dat moment dan…

ERNST-JAN PFAUTH: Kijk je af en toe naar jezelf vanuit de blik van een 27-jarige die net de toneelopleiding af had gerond, dat je dacht van: en hier werkt het allemaal naartoe, dat ik nu voor een miljoenenpubliek aan het improviseren ben?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, zo erg plak ik dingen niet aan elkaar. Maar…
ERNST-JAN PFAUTH: Doe ik nu even voor je.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar wij wel.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja. Nou ja, misschien… Dan doe ik dat bij deze.
ERNST-JAN PFAUTH: Oké. We gaan een heel andere kant op. We gaan naar een nieuwsfragment kijken uit 1997. Wat diepe indruk, niet alleen op jou trouwens, op de hele wereld maakte. Laten we eerst even gaan kijken.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik wilde Telekids gaan kijken en toen zag ik dit. Waar was jij toen je dit zag?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ik was thuis. Ik keek niet naar RTL, want we hadden geen kabel. Of kabel of een afwasmachine; toen hebben mijn broer en ik gekozen voor de afwasmachine. Dus wij keken het gewoon op NOS. Ik was thuis en ik zag dat. Nee, ik was boven. Ik kwam naar beneden de trap af. En we hadden van die deuren met ramen erin. En ik zag de tv aanstaan. En ik zag dat. En ik weet dat nog als de dag… Ik was vijftien. Ik weet dat nog als de dag van gisteren.
ERNST-JAN PFAUTH: En waarom maakte het zo’n diepe indruk op je?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Allereerst omdat ik heel erg verliefd was op William. Dat vond ik heel zielig voor hem. Nee, heel flauw. Maar ik was wel heel verliefd op William. Maar ook… Ja, dat heb ik misschien eigenlijk pas nu gerealiseerd. Want het grappige was, in het voorgesprek toen we het erover hadden, had ik ook allemaal andere dingen genoemd. En eigenlijk dit pas later. Eigenlijk in een soort tussendoor, dat ik dat vertelde. Dus toen ik vandaag hoorde dat het dit fragment was, dacht ik: oh, heb ik het daarover gehad? Maar toen later dacht ik: dat klopt wel heel erg.
Omdat toen was ik eigenlijk voornamelijk onder de indruk, gewoon als vijftienjarige, dat zo’n jonge vrouw in zo’n tunnel op zo’n gruwelijke manier om het leven kwam. Maar eigenlijk later heb ik me pas gerealiseerd dat het… Wat ik er zo droevig aan vond, was dat zij dus eindelijk zich had losgemaakt van zo’n, ja, rigide, akelig huwelijk waar zoveel restricties waren. Waar haar man ondertussen gewoon een maîtresse had wat iedereen helemaal ‘priem’ rond.
En dat zij moest zien te… Ja, dat moest zien te overleven. En dat eigenlijk op het moment dat ze eindelijk weer ging aantrekken wat ze zelf wilde en dat ze… Die foto, ik weet niet of je die kent, van die grote jacht waar ze dan in dat badpak op die plank zit? Ja, dat eigenlijk op het moment dat ze eindelijk dus zich had onttrokken van al die droevigheid, dat ze dan op zo’n manier om het leven komt.

DOORTJE SMITHUIJSEN: En was jij daarmee bezig met het lot van bijvoorbeeld zo’n Diana? Dus ook voordat ze overleed bedoel ik, dat ze zich aan bepaalde codes moest houden?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Nee, want ik denk niet eens dat ik dat toen zozeer wist. Ik bedoel, ik denk niet dat ik toen heel erg wist dat Charles dan Camilla on the side had of zo. Dat ik dat heel erg wist of zo. Maar in de loop der jaren ben ik er wel over blijven lezen. Het heeft me altijd blijkbaar… Is het me blijven trekken. En eigenlijk pas later heb ik me dus gerealiseerd dat het misschien wel gewoon daarmee te maken had. Met het feit dat een vrouw in zo’n ongeschikte positie zit jarenlang en dan eindelijk mag ze eruit en dan gebeurt dit.
ERNST-JAN PFAUTH: Eindelijk vrijgevochten en dan dit tragische ongeval.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, en dat is ergens dat dan natuurlijk ook wel weer… Als ik nu zie hoe vrouwen vrijgevochten worden en we nu eigenlijk een extreem rechts conservatisme terug zien komen, waarbij eigenlijk vrouwen weer teruggeduwd worden. Dat is een beetje een morbide vergelijking, maar…
ERNST-JAN PFAUTH: Dat er een nieuwe noodzaak is eigenlijk voor… Of dat vrouwen zich vrijgevochten hebben en dat nu moeten gaan verdedigen totaal onverwachts?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, nou ja. En dus misschien dat wel… Ja, en uiteindelijk dat dat weer afgepakt wordt.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, ja, ja. Heb je het idee dat dat zo is? Ik vroeg het net ook al aan Hedy, maar ik vind het zelfs soms zo’n moeilijke vraag. Omdat het toch ook vaak gaat om inderdaad social media, wat jongens zien, het gaat vaak ook om polls die… Het een zegt het een, het ander zegt het ander. Heb jij het idee dat dat zo is? Dat vrouwen hun…
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, nou vrouwen… Ik denk vooral meisjes en jongens. Want sowieso hebben we ons natuurlijk de afgelopen jaren heel druk gemaakt om de vrouwenzaak en om meisjes. En dat is fantastisch geweest en belangrijk geweest. En daar is zoveel goeds in gebeurd. Maar tegelijkertijd als je dus nu ziet hoe jongens vatbaar zijn voor de manosfeer, voor misogynie, voor het prediken van “provide and protect”. Dat mannen weer, jongens moeten de leiding hebben over de vrouw. En de vrouw die moet weer thuis gaan zitten. Abortus staat onder druk. Er zijn zoveel dingen aan de hand die voor ons misschien helemaal niet zo problematisch zijn, maar die voor de generatie die nu opgroeit wel heel problematisch is. En ik heb een zoon van tien, dus ik maak me daar extreem veel zorgen over.
Er zijn zoveel dingen aan de hand die voor ons misschien helemaal niet zo problematisch zijn, maar die voor de generatie die nu opgroeit wel heel problematisch is. En ik heb een zoon van tien, dus ik maak me daar extreem veel zorgen over.
Nienke ’s Gravemade
DOORTJE SMITHUIJSEN: Heb je daar veel gesprekken over met hem?
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Met hem nog niet echt, nee.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oké.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Omdat hij toch geen social media heeft. Maar ik ben natuurlijk wel alert op, hoe noem je dat, rolpatronen. Dus dat probeer ik thuis ook zoveel mogelijk aan te passen. Dat hij een voorbeeld krijgt van fluïde rolpatronen, laat ik het zo zeggen.
ERNST-JAN PFAUTH: En voel jij je vrijgevochten nu je zo’n podium voor jezelf hebt gecreëerd, waar je over het onderwerp wat je zo belangrijk vindt, kunt vertellen?

NIENKE ‘S GRAVEMADE: Ja, een beetje wel. Een paar maanden geleden heb ik ook me geout als een financieel afhankelijke vrouw. Wat ik heel heftig vond. Ook door dat altijd maar overal achterna te rennen en het allemaal net niet hebben. Dus dat vond ik wel echt heel spannend om te delen. Tegelijkertijd, eigenlijk door dat te delen en vervolgens wel dit gesprek ook gaande te houden en te hebben, creëer ik inderdaad eigenlijk wel een soort nieuwe plek voor mezelf die ook uiteindelijk hopelijk financieel nog wat gaat opleveren. [Lacht] Dat zien we later wel.
ERNST-JAN PFAUTH: We gaan allemaal je boek kopen, dat sowieso. Heel veel dank dat je hier was, Nienke.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dank je wel, Nienke.
NIENKE ‘S GRAVEMADE: Dank je wel.
Lees hier de interviews met feminist Hedy d’Ancona, theaterlegende Adelheid Roosen en advocaat Bénédicte Ficq.