Zanger en presentator Jamai Loman belandde op zijn zestiende plotseling in het middelpunt van een mediahype toen hij de allereerste editie van Idols won in 2003. “Het is echt een leven voor en een leven daarna geweest,” vertelt hij.
Jamai, die op school al steigers liet aanrukken om decors te bouwen voor zijn zelfbedachte shownight, werd onverwacht beroemd toen zijn moeder hem stiekem opgaf voor Idols – als opvoedkundige maatregel. Ironisch genoeg won hij het programma en veranderde zijn leven compleet.
Hoe ga je om met een plotselinge beroemdheid als tiener? Wat doe je als je weet dat je je grootste hit nooit meer gaat overtreffen? En hoe vind je je eigen creatieve pad in een industrie die je voortdurend in hokjes wil plaatsen? We spreken Jamai over keuzes maken, jezelf opnieuw uitvinden en trouw blijven aan je eigen onderbuikgevoel.
[Applaus]
JAMAI LOMAN: Wat klonk dat depressief he? Dat ik 15 jaar onbekend ben geweest. Dat heb ik nooit gerealiseerd. [Lacht]
ERNST-JAN PFAUTH: Maar 15 jaar.
JAMAI LOMAN: Ja, precies.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Waarom vind je dat depressief?
JAMAI LOMAN: Ik heb meteen medelijden met die kleine jongen. Nee…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Aaah, echt?
ERNST-JAN PFAUTH: Oh, hier gaan we zo wel even op door hoor.
JAMAI LOMAN: Zo zielig is dat niet hoor.
ERNST-JAN PFAUTH: Maar laten we, voordat we in deze therapiesessie belanden, dan eerst even naar de aanleiding kijken.
JAMAI LOMAN: Ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Of naar het kantelpunt tussen die 15 jaar…
ERNST-JAN PFAUTH: …en de rest.
JAMAI LOMAN: Wat zou dat zijn, dat fragment dan?
ERNST-JAN PFAUTH: Tja!
[Publiek lacht]
ERNST-JAN PFAUTH: Komt ‘ie. Oh, dit zag niemand aankomen!
ERNST-JAN PFAUTH: Nou, dat was een zoete wraak van jou.
JAMAI LOMAN: Ja. [Lacht]
ERNST-JAN PFAUTH: Dit was wel extreem meta trouwens.
JAMAI LOMAN: Jeetje hè.
ERNST-JAN PFAUTH: Driedubbel meta.
JAMAI LOMAN: Wat heftig. [Lacht]
ERNST-JAN PFAUTH: Ik weet nog dat ik als zeventienjarige in de enige club van Alphen aan den Rijn stond. Die heette ironisch genoeg Choices. En dat was gewoon een normale zaterdagavond, beetje vroeg op de avond, maar toch. En dit was zo’n groot media event dat er gewoon schermen hingen en de muziek uitging toen deze finale bekend werd gemaakt. Ik zeg het even voor de Gen Z’ers in de zaal, hoe groot dit was.
JAMAI LOMAN: Ja, ja, precies ja.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb dus altijd gedacht dat ik jonger was dan jij, ook al zie je eruit als een jonge god, omdat het zo lang geleden is. Maar nu blijk jij een paar maanden jonger dan ik. En dat zegt volgens mij vooral veel over hoe lang jij dus al in de schijnwerpers staat. En je zegt net zelf al van: “Ik ben maar 15 jaar niet beroemd geweest”, hoe schokkend dat eigenlijk is. Waar was je het meest onvoorbereid over, qua als het aankomt op die enorme roem?
JAMAI LOMAN: Bekend zijn. Ja, roem. Ik denk dat, het werk dat wij doen is ontzettend leuk, maar ik denk het bekend zijn, en dat is echt dus… Want je hebt nu ook een nieuw woord ‘BN’er’, dat is de afgelopen 20 jaar een soort van beroep geworden. Niemand weet wat een BN’er doet, maar iedereen zegt: “Oh jij bent een BN’er, wat leuk.” Helemaal leeg, maar het zegt niks. En ik denk dat dat het meest oninteressante is van dit werk doen. Eigenlijk. En alles wat erbij komt kijken, dus alle vooroordelen, alles, dat iedereen maar gewoon tegen je kan zeggen. En natuurlijk is het zo, dat hoort bij het werk wat je doet, dat snap ik. Maar daar kan je je niet op voorbereiden. Ook met gasten die je krijgt in tv-programma’s, dan vraag ik altijd: “Weet je zeker dat je dit wil voor de camera?” Ook al heeft tv niet meer de impact zoals dat vroeger had, want het is nu social media. Maar je kan het mensen eigenlijk… Je kan gewoon niemand erop voorbereiden.
Bekend zijn is het meest oninteressante van dit werk doen.
Jamai Loman
DOORTJE SMITHUIJSEN: En wist jij waar je aan meedeed?
JAMAI LOMAN: Nee, nee. Want voor RTL, achteraf wist ik natuurlijk allemaal, ze hadden deze tapes gezien van dit programma in Engeland en daar was het gekkenhuis. En het programma idee is ontstaan tijdens de audities van Spice Girls. Ze waren op zoek naar de Spice Girls en er kwamen zoveel slechte mensen dat ze dachten: hier zit een tv-idee in.
[Publiek lacht]
JAMAI LOMAN: En dat bleek natuurlijk uiteindelijk een succes, en het was echt een rage in Engeland. En toen dachten ze in Nederland: nou, laten we het hier ook gaan maken. Maar ze waren vooral bang dat wij, nuchter Nederland, nooit zo’n hysterisch programma zouden kunnen maken. En dat dat nooit zou gaan werken. Nou, dat was dus…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dat bleek dus wel het geval.
JAMAI LOMAN: …echt heel erg anders.
ERNST-JAN PFAUTH: En reageerde je daarom met een beetje weemoed, toen ik net zei: “Hij is maar 15 jaar niet beroemd geweest”, om die enorme nadelen die het met zich meebrengt?
JAMAI LOMAN: Nou, in mijn beleving is dat dus, nu je het zegt, ben ik eigenlijk al langer in de schijnwerpers dan dat ik onbekend ben geweest. In mijn beleving is dat dus helemaal niet zo.
Ik ben eigenlijk al langer in de schijnwerpers dan dat ik onbekend ben geweest.
Jamai Loman
ERNST-JAN PFAUTH: Hoe komt dat dan?
JAMAI LOMAN: Geheel gek, voor mij is ‘vroeger’ nog veel langer dan wat ik hier heb meegemaakt. Ik weet niet of jullie dat ook hebben?
ERNST-JAN PFAUTH: Nee, ik heb niet op mijn zestiende meegedaan aan een talentenshow.
JAMAI LOMAN: Nee, dat is waar. Maar het is wel heel erg een leven voor en een leven daarna geweest. En zo praten wij, gek genoeg, ook in de familie erover.
DOORTJE SMITHUIJSEN: O ja?
JAMAI LOMAN: “O ja, dat was toen voor…”
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dat was voor Idols. Maar ik vind het zo interessant om te zien dat je dus bijna niet eens door de eerste ronde komt.
JAMAI LOMAN: Nee!
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dus dat hele levensveranderende ding was bijna niet eens gebeurd.
JAMAI LOMAN: Nee, maar ik heb het ook natuurlijk absoluut op, ik denk een beetje charme en humor, ben ik zo ver gekomen. Maar dat was niet mijn absolute geweldige vocale.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Waarom wilde jij meedoen?
JAMAI LOMAN: Nou, ik ging niet zo goed op school. En dat ging eigenlijk helemaal niet zo goed. Maar ik mocht wel alle culturele evenementen organiseren op de school. En daardoor gaven ze me altijd extra punten, zodat ik toch over kon.
ERNST-JAN PFAUTH: Wat organiseerde je dan?
JAMAI LOMAN: Ik had een shownight, een soort open podium, dat nog steeds bestaat. En dat kleed ik dan ook helemaal aan. En een soort grote musical en theatervoorstelling.
ERNST-JAN PFAUTH: Maar dit is heel veel in een heel korte tijd. Je had een show night georganiseerd? Trad jij dan op?
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar je was 15!
JAMAI LOMAN: Ja, dan ging ik naar de materieeldienst. En dan zei ik van: “Joh, ik heb steigers nodig, want dan kunnen we decor bouwen.” En dan kwamen ze gewoon met een vrachtwagen. Ik kom uit een dorp he, daar help je elkaar nog. [Publiek lacht] En dan kwamen ze gewoon met een vrachtwagen die school voorrijden. Dus allemaal mensen van de community gingen dan het decor bouwen. En dan was het een open podium.
ERNST-JAN PFAUTH: Maar hoe kwam jij hierbij? Hoe kwam je aan die…
JAMAI LOMAN: Omdat ik… Ja, dat vond ik leuk.
ERNST-JAN PFAUTH: Had je dat iemand anders zien doen?
JAMAI LOMAN: Nee, ik dacht alleen maar: ja, ik vind het niet mooi zo’n kale aula. Dat moet…
ERNST-JAN PFAUTH: Wat vet.
JAMAI LOMAN: Natuurlijk, waarschijnlijk, mijn inspiratie is geweest van de shows die ik op tv zag. Zaterdagavondshows, waar ik zo graag naar keek. Dus dat wilde ik natuurlijk ook wel. En de school die werkte absoluut mee.
ERNST-JAN PFAUTH: Jij dacht: Paul de Leeuw heeft een vet decor, dan ik ook.
JAMAI LOMAN: En dan ik ook, ja, precies. Maar school werkte voor mij niet. En mijn ouders waren er vrij boos over, want die hadden zoiets, toch wel heel conservatief, die wilden gewoon: eerst een diploma halen, dan een vervolgopleiding. En daarna mag je zelf bepalen wat je met je leven doet. En toen kwam er in één keer een commercial voorbij van Idols. Dus een oproeppromo bij RTL, met de vraag van: nou, zou je het leuk vinden om mee te doen? En je zag ook een jongen van mijn leeftijd, een beetje op een stip gaan staan. En er zaten dan vier inderdaad hele zure mensen achter een tafel. En die jongen kreeg er enorm van langs. En op dat moment dacht mijn moeder: ik ga hem stiekem opgeven.
[Publiek lacht]
Je zag in de oproeppromo een jongen van mijn leeftijd, een beetje op een stip gaan staan. En er zaten vier hele zure mensen achter een tafel. En die jongen kreeg er enorm van langs. En op dat moment dacht mijn moeder: ik ga hem stiekem opgeven.
Jamai Loman
DOORTJE SMITHUIJSEN: Wow, dit is een hele andere wending. Ik dacht dat jij dat zag en dacht: ik ga dit doen.
JAMAI LOMAN: Het was totaal de bedoeling en de opzet van: nou, weet je, hij denkt dat ‘ie kan zingen…
DOORTJE SMITHUIJSEN: En dan ben je er in één keer vanaf. Het was genezen.
JAMAI LOMAN: “We gaan hem voor die jury zetten.”
ERNST-JAN PFAUTH: Wow, maar dít is pas een zoete wraak, dat jij dan gewoon wint!
JAMAI LOMAN: Ja, ik kom uit een Indonesische familie, daar is het altijd gewoon: “Huppetee, hard leren!” Mijn grote zus is meegegaan naar de audities in Rotterdam-Ahoy. Ik wilde daar naartoe ook, omdat ik het toch wel spannend vond. Gewoon nieuwsgierig. En ik zag daar voor het eerst Tooske in het echt. En camera’s. Ik was helemaal gefascineerd. En ik ging de auditie in. Ik wist helemaal niet wat ik ging doen.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik zit nog steeds in mijn hoofd dat je als dertienjarige het natuurlijke gezag had dat je de school zo ver kreeg dat ze met steigers naar binnen kwamen rollen om een decor te bouwen.
JAMAI LOMAN: Ja, ongelofelijk he? [Lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: En het is ook interessant dat je dus vervolgens op zo’n stip gaat staan. Nou, ik vind echt, als ik zo’n auditie terugkijk, dan denk ik echt: wat bizar dat je…
JAMAI LOMAN: Ik had dat nooit eerder gedaan, dus ik had ook geen idee. Dat is misschien dan ook het voordeel, hè. Ik wist niet hoe ik me moest voorbereiden. Ik dacht: ik ga gewoon naar binnen en ik zing gewoon een liedje en kijk wat er gebeurt.
Ik dacht: ik ga naar binnen en ik zing gewoon een liedje en kijk wat er gebeurt.
Jamai Loman
DOORTJE SMITHUIJSEN: En dat je vervolgens ook zo keihard beoordeeld wordt.
JAMAI LOMAN: Ja, maar het leven is ook wel zo hard.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dat is ook helemaal waar.
JAMAI LOMAN: Zeker ons vak, waarin we vind ik veel te veel sugarcoaten. Ik vind namelijk: je leert pas als je hoort wat er niet goed is. Dus het is alleen voor een programma niet goed, omdat het gezien wordt als onsympathiek en te heftig. En ik vind dat ook, want kijk, stel, dit was mijn eerste auditie. Zestien jaar. Ik had ook huilend die ruimte uit kunnen lopen. Maar uiteindelijk, nu je langer dit werk doet, en ik denk dat jullie dat kunnen beamen, is dat je juist eerlijke mensen om je heen wil hebben. Mensen die juist zeggen: “Je was echt kut vandaag.”
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar het is wel interessant, want je komt dan uit een situatie waarin je de hele tijd decors bouwt en de aula’s bouwt als je een mooiere aula wil. Best wel eigenlijk de controle in handen neemt. Dan ga je naar zo’n programma en dan wordt eigenlijk, nou in elk geval, voor de paar weken dat dat duurt, tien weken of misschien wat langer?
JAMAI LOMAN: Ja, langer.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar daarna eigenlijk, überhaupt een paar jaar of ik weet niet hoe lang dat is, wordt eigenlijk de controle je ook best wel afgenomen.
JAMAI LOMAN: Ja, maar als je daaraan begint… Kijk, ik was zestien. Ik bedoel, ik ging nog voor een zak kikkertjes achter iemand aan. [Publiek lacht] Dus het was ook niet… Nee, ik was niet heel kritisch. Nee. Ik dacht alleen maar: oh, ik kan daar een liedje zingen, ik ga daar naar toe, oh, ik kan dat doen en ik ga die kant op, als het maar leuk is. Ik was niet op mijn zestiende bezig met: oh, wat zijn de consequenties van mijn leven en mijn carrière?
DOORTJE SMITHUIJSEN: Nee, nee.
ERNST-JAN PFAUTH: Wanneer kwam dan wel de behoefte aan regie?
JAMAI LOMAN: Nou, vrij laat pas, hoor. Want ik denk… Ik heb na Idols natuurlijk nog getourd en heel veel opgetreden en echt iedere discotheek in Nederland gezien.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Vond je dat leuk eigenlijk?
JAMAI LOMAN: Vreselijk.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Nee?
JAMAI LOMAN: Nou, dat vond ik toen natuurlijk ook weer hartstikke leuk. Ja, en tot na een jaar en toen deed ik…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ik kan me voorstellen dat je op een gegeven moment ook helemaal klaar ermee bent.
JAMAI LOMAN: Ja, ik deed zeven shows per weekend.
ERNST-JAN PFAUTH: Gadver.
JAMAI LOMAN: En dan ongeveer 320 per jaar.
ERNST-JAN PFAUTH: Echt veel.
JAMAI LOMAN: En dan daarnaast nog natuurlijk je tv en nog alle andere dingen en concerten. Dus toen op een gegeven moment was ik achttien en dacht ik: hmm, dit is eigenlijk helemaal niet zo leuk. Althans, niet nu meer.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Nee.
JAMAI LOMAN: En toen kwam ik hier wonen, twee grachten hierachter, heel fijn. En toen kwam Albert Verlinde, belde mij en die zei: “Ja, ik had ergens gelezen dat jij misschien wel een musical zou willen doen.” Ik zeg: “Ja, ik ben gek van musicals, want de allereerste musical die ik zag, dat heeft mij eigenlijk helemaal aangezet om in ieder geval iets te gaan doen in dit vak.” Ik wilde eerst lichttechnicus of decor, setdesigner worden.
ERNST-JAN PFAUTH: Welke musical was dat?
JAMAI LOMAN: Miss Saigon. En mijn ouders hebben ontzettend hard moeten sparen om daar naartoe te gaan. En daar ben ik ze nog steeds heel erg dankbaar voor, want een kaartje kostte toen 125 gulden of 130 gulden in Scheveningen. En ja, dat was de eerste keer dat ik daar live alles voor mijn ogen voorbij zag trekken. Zingen, acteren, een heel orkest, sets, helikopters. Ik werd gek! Ik dacht: dit wil ik. Dit wil ik alleen maar de hele tijd. Hysterie. Veel. Mooi.
Ik werd gek! Ik dacht: dit wil ik. Dit wil ik alleen maar de hele tijd. Hysterie. Veel. Mooi.
Jamai Loman
ERNST-JAN PFAUTH: En dus toen kreeg je eigenlijk de behoefte om van al die discotheken naar de musicalwereld te gaan.
JAMAI LOMAN: En toen kreeg ik de kans om theater te doen. En iedereen om mij heen, mijn platenmaatschappij, mijn managers, die zeiden natuurlijk allemaal van: “Nou, je bent gek! Je gaat toch niet voor een maandloon acht shows in de week doen, terwijl je, weet ik veel, een ton kan ophoesten als je een paar showtjes doet in discotheken?” Maar ik voelde aan alles van: mijn tweede album maken na Idols, dat gaat het niet meer worden. Ik ga Step Right Up nooit meer toppen. Dat wist ik wel al. En dit is het pad dat ik helemaal niet wil bewandelen. Creatief zit er nog veel meer in het vat.
ERNST-JAN PFAUTH: Laten we even gaan kijken naar een creatief voorbeeld van jou.
ERNST-JAN PFAUTH: Wat een geweldige clip is dit.
JAMAI LOMAN: Geweldige clip.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik kende deze clip helemaal niet. Die komt gewoon binnen in mijn top vijf.
JAMAI LOMAN: Echt een geweldige clip.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Jouw top vijf clips? [Lacht]
ERNST-JAN PFAUTH: Top vijf clips.
JAMAI LOMAN: Ja, het is heel goed gedaan.
ERNST-JAN PFAUTH: Absoluut. Wat is je vroegste herinnering aan Elton John?
JAMAI LOMAN: Nou, dat kan eigenlijk natuurlijk helemaal niet, maar ik dacht dat ik een peuter was. Maar toen was Sacrifice een hit. En we hadden heel veel Hilversum 3 opstaan thuis, dus daar kwam ook heel veel dat liedje voorbij. En daar heb ik altijd een soort van affiniteit mee gehad, met zijn stem. En later pas ben ik me echt in gaan verdiepen natuurlijk, in: wat voor artiest is het? En hoe schrijft hij? Hoe bedenkt hij dingen? Waar haalt hij zijn inspiratie vandaan? Dat is heel erg, het is fashion. Hij had altijd designers om zich heen. Hij had heel veel creatieve mensen om zich heen, die hem ook voedden met stijlen en inspiratie om melodieën te schrijven. Want Bernie Taupin was zijn vaste tekstschrijver natuurlijk.
ERNST-JAN PFAUTH: Ja, en wat is iets concreets dat je van hem hebt geleerd en zelf bent toe gaan passen?
JAMAI LOMAN: Altijd doen wat je zelf wil. Je onderbuikgevoel.
ERNST-JAN PFAUTH: Zoals toen je zei: “Ik ga gewoon musicals doen, ook al kan ik veel meer verdienen in het feest circuit.”?
JAMAI LOMAN: Ja. Ik heb een paar keer gehad in mijn carrière dat ik dacht van: oké, ik moet nu het roer omgooien, ook al betekent dat dat ik dan misschien alles wat ik ken en alles wat mij comfortabel maakt, overboord moet gooien. Dus dat is je werkomgeving, dat zijn je financiën, kunnen dat zijn van, van alles. Maar je moet soms echt het roer omgooien, denk ik, althans voor mij wel, heeft dat geholpen, om je volledig weer te kunnen storten op iets nieuws.
Ik heb een paar keer gehad in mijn carrière dat ik dacht: oké, ik moet nu het roer omgooien, ook al betekent dat dat ik dan misschien alles wat ik ken en alles wat mij comfortabel maakt, overboord moet gooien.
Jamai Loman
DOORTJE SMITHUIJSEN: En kan dat bij jou? Kan je echt het roer omgooien?
JAMAI LOMAN: Ja. Alleen ik ben met musicals gestopt. Ik heb dat heel veel gedaan. Ik heb denk ik veertien producties mogen doen en geweldige ervaringen waren dat. Maar ik wilde graag tv doen. En ik voelde daar enorme weerstand bij tv over musicals en dat het stoffig en alles wat met theater te maken heeft, dat vinden we stoffig. Dus ik had het gevoel, dat is nu wel minder hoor, maar dat was een lange tijd wel zo. Dus ik moest het roer omgooien.
ERNST-JAN PFAUTH: Maar dat ‘moeten’, waar komt dat vandaan dan?
JAMAI LOMAN: Als je je volledig wil focussen op één ding, dan moet je je ook volledig focussen op één ding. En je kan niet en nog een beetje theater doen en dan nog een beetje dat ernaast en nog even tussendoor een boek schrijven. Ik geloof daar niet in. Ik denk dat als je iets wil bereiken, dan moet je heel doelgerichter werken.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar hoe werkt dat dan? Jij denkt op een dag: ik wil eigenlijk tv doen.
JAMAI LOMAN: Ja, en toen ben ik gestopt.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dan stop je eerst met alle musicals die je doet?
JAMAI LOMAN: Toen heb ik in ieder geval gezegd: “Ik ga niet meer nu acht keer in de week een commitment aan voor twee jaar. Ik stop er nu mee en ik ga eens kijken, wat komt er op mijn pad?” Nu ik voor mezelf heb besloten en ook visualiseer: dit is wat ik wil gaan doen.
ERNST-JAN PFAUTH: Maar wat gebeurt er als je niet volledig op één ding stort? Je hebt toch best wel veel mensen die het weten te combineren?
JAMAI LOMAN: Ja, je kan het later pas combineren, maar ik had toen op dat moment natuurlijk nog niet een tv-carrière.
ERNST-JAN PFAUTH: Dus je moet eerst iets helemaal eigen maken en daarvoor is volledige focus nodig?
JAMAI LOMAN: Daarna, als het goed is, krijg je dan de vrijheid om dingen naast elkaar te kunnen doen.
ERNST-JAN PFAUTH: Zoals je nu een programma presenteert en daarnaast door het land tourde met een Elton John show.
JAMAI LOMAN: Was dat een moment om dat te doen, ja. En dat heeft dan heel lang geduurd. Maar ik denk dat als je iets wil bereiken in ons vak, dan moet je heel doelgericht te werk gaan. En daar volledige focus en devotion.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Keek jij vroeger al veel naar dit soort clips?
JAMAI LOMAN: Ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Wat vond je ervan?
JAMAI LOMAN: Ja, dit is natuurlijk een fantastische clip, maar dat vind ik ook het mooie aan theater nog steeds en tv wat ik doe en ook films of videoclips, is dat je werkt in een venster. En binnen dat venster, dat had ik dus blijkbaar al toen ik heel jong was, kan je je eigen wereld creëren. Mag je zelf doen wat je wil. En dan kom ik eventjes bij hen terecht, ook hetzelfde gevoel dat je volledig vrij bent in wie je echt, nou niet wie je écht bent, maar ik zou nooit zomaar, denk ik, mijn t-shirt uittrekken, maar als dat moet op het toneel, dat het de story vooruit helpt of whatever, dan is dat geen enkel probleem.
Clips inspireren me. Alles eigenlijk binnen een frame vind ik interessant om naar te kijken, omdat je weet dat er over… Nou, dit is een duidelijke shot waarover nagedacht is. En het werkt.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja. Nou, ik vraag me af, ik vind het zo interessant bij jou dat je inderdaad eigenlijk die twee dingen in je hebt, want je hebt ook meegedaan aan Idols en je hebt je ook mee laten voeren op die Idols-trein, zeg maar. Dus zijn dat twee krachten die in jou spelen, of was dat Idols dan meer een soort incident?
JAMAI LOMAN: Achteraf gezien, en dat mag ik nu wel zeggen, nu ik twintig jaar dit werk doe, is het echt een incident. [Lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, ja, ja.
ERNST-JAN PFAUTH: Je was ook een tiener.
JAMAI LOMAN: Ja, is dat mij overkomen. En dat was voor mij, net als denk ik voor de makers van dat programma, een totale verrassing dat dit zo zou ontploffen.
Idols is mij overkomen.
Jamai Loman
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja.
JAMAI LOMAN: Ik weet nog heel goed, om even aan te geven hoe, nou bijna onschuldig het dan was, ze zeiden tegen mij een dag voor de finale, of een paar dagen voor de finale van Idols: “Ja, kan je even roepen dat jullie gaan signeren op de Dam?”
ERNST-JAN PFAUTH: Oh ja, dit weet ik nog wel.
JAMAI LOMAN: En het was echt de bedoeling om één shot met een camera, dat ik en Jim samen met een trosje ballonnen en wat stembiljetten. He, leuk voor tv: “Stem op mij.” Dat was het idee, leuk filmpje. Ja, en toen draaiden wij daar de Dam op en daar stonden gewoon vijf, zesduizend mensen. En toen moesten er uit allerlei hoeken en gaten, werd er naar Hilversum gebeld, van: “Ja, kunnen er cameramensen komen?” Kwamen er mensen nog van de NOS, die hebben we geholpen, RTL Nieuws, die waren in de buurt, om die beelden te vangen.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik herinner me een soort bordesscène ofzo [publiek lacht], dat jullie uit een raam zwaaien…
JAMAI LOMAN: Ik weet echt hoe het voelt om daar te staan op een bordes.
ERNST-JAN PFAUTH: Oké, laten we naar dat…
JAMAI LOMAN: Ik kon eigenlijk een uur later gewoon weer daar lopen hoor, dus het is op zich…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oh ja?
JAMAI LOMAN: Zo bijzonder was het niet. [Lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dus dat was ook een soort frame.
JAMAI LOMAN: Het was totale waanzin, ja.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik ben wel, nu je dit allemaal gezegd hebt, ben ik wel benieuwd naar het volgende grote nieuwe hoofdstuk in jouw leven, want volgens mij gaan er nog best wel veel van dit soort carrière shifts aankomen. Het klinkt alsof het bijna iets is wat je van jezelf moet, dat je jezelf moet blijven vernieuwen.
JAMAI LOMAN: Ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Is dat zo?
JAMAI LOMAN: Ja, absoluut.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Waarom?
JAMAI LOMAN: Omdat ik heel snel verveeld ben.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja? Is het dat, verveling?
JAMAI LOMAN: Ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oké, nou goeie reden. [Lacht]
JAMAI LOMAN: Ja.
ERNST-JAN PFAUTH: Het is een kort fragment, dus ik denk dat het jouw aandachtsspanne-proof is. We gaan kijken naar het fragment dat jij hebt uitgekozen van Graham Norton. Dit is hem, daar gaan we:
ERNST-JAN PFAUTH: Dit is zo ongrijpbaar goed.
JAMAI LOMAN: Ja.
ERNST-JAN PFAUTH: Het is niet gescript volgens mij.
JAMAI LOMAN: Nee. Ik bedoel, er zijn natuurlijk ontelbare geweldige momenten van de The Graham Norton Show. Ik ben er ook geweest. Om gewoon te zien: hoe gaat hij aan het werk?
DOORTJE SMITHUIJSEN: Gewoon bij die opnames?
JAMAI LOMAN: Ja, en bij de redactie geweest. En gekeken van: wat gebeurt daar?
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oh! Hoe gaat dat? Stuur je dan gewoon een mailtje van: “Hallo, mag ik langskomen?”
JAMAI LOMAN: Nou, nee, het is wel het voordeel dat ik hier werk voor een producent, ITV, wat een heel groot Engels productiehuis is. Dus dan zijn de contacten snel. Maar dan nog is het uitzonderlijk natuurlijk. Ik was heel blij dat ik dat kon zien. Veel mensen proberen het in Nederland, en ik bedoel voor mij zou het ook een wens zijn. Maar het is ook de taal wat heel erg helpt, wat snappy is. De mensen die daar gewoon van nature heel makkelijk praten.
ERNST-JAN PFAUTH: Dat hebben ze allemaal op school geleerd.
JAMAI LOMAN: Dat hebben ze inderdaad op school geleerd. En wij zitten zo vast in een bepaalde talkshow vorm op tv, met een tafel en met die deskundige en die deskundige moeten er een plasje over doen. Het is nooit luchtig. En als het luchtig is, dan is het niet interessant genoeg.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Wat zou jij dan anders doen?
ERNST-JAN PFAUTH: Maar hoe zit jij hiernaar te kijken? Heb je een notitieblokje op schoot om te kijken hoe hij het doet?
JAMAI LOMAN: Om toch te proberen te breken wat het nou is. Is het nou Graham? Of zijn het de gasten?
ERNST-JAN PFAUTH: En wat is je voorlopige analyse?
JAMAI LOMAN: Ik denk dat het de gasten zijn.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Oh ja? Meer dan hij?
JAMAI LOMAN: En de taal. Ja, ik denk dat wij het gewoon niet kunnen in Nederland.
DOORTJE SMITHUIJSEN: [Lacht] Maar het ligt dan dus aan de gasten?
JAMAI LOMAN: Ja, ik denk dat…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Vind ik wel geruststellend.
ERNST-JAN PFAUTH: Nou, of juist niet. [Publiek lacht]
JAMAI LOMAN: Nee, het is meer… TV is natuurlijk… Het werkt niet zo… Nou, jullie hebben een lijstje met gasten die jullie misschien willen spreken of jullie krijgen het door via via. En bij TV moet er dan natuurlijk altijd een heel leger aan mensen moeten er dan over zo’n lijstje heen. Nou, en dan komen er echt uit de hoge hoed de meest rare motieven om iemand niet…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Je mist ook misschien persoonlijkheid dan in de keuzes? Dat er gewoon één iemand is zoals hij, stel ik me voor.
JAMAI LOMAN: Precies. En wat wel echt bijzonder is aan Graham Norton is dat: hij heeft ook een band vaak, met zijn gasten. Of hij gaat echt naar iemands voorstelling toe in plaats van: “Ja, ik heb het weleens een keer gezien, mooie voorstelling.” Of: “Ja, ik heb een alinea gelezen in je boek, laten we het er eens over hebben.” Graham is oprecht geïnteresseerd en ik denk dat oprecht interesse, dat dat het allerbelangrijkste is voor een presentator en voor een interviewer.
ERNST-JAN PFAUTH: Ik vind dit toch een beetje een dualistisch antwoord. Want aan de ene kant zeg je: “Dit is onhaalbaar, het ligt aan de gasten.” Maar aan de andere kant weet je precies waarom het werkt. En dan ben je er toch stiekem naar aan het streven, volgens mij.
JAMAI LOMAN: Ja. Als je dit allemaal samenvat, dan ben je nog steeds afhankelijk van je gasten. En dat is een heel politiek spel bij TV, dat is lastig.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Probeer jij dit weleens? Heb je weleens zoiets gepitched?
JAMAI LOMAN: Heel vaak.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, en hoe gaat het?
JAMAI LOMAN: Eigenlijk krijg je altijd hetzelfde antwoord: “Het gaat niet werken.”
ERNST-JAN PFAUTH: Je hebt eigenlijk weer die regie nodig die je had op de middelbare school.
JAMAI LOMAN: Beau heeft het geprobeerd, ik weet niet of we dat nog kunnen herinneren? Hij ging Humberto overnemen. En toen had hij in één keer een bankje. Nou, nou, nou, heel Nederland had een mening: “Wat een gek bankje! Ik vind het toch raar dat ze niet aan tafel zitten.” Noem maar op. En wat gebeurt er dan? Weg bank, tafel terug.
Beau had een keer een bankje. Nou, nou, nou, heel Nederland had een mening: “Wat een gek bankje! Ik vind het toch raar dat ze niet aan tafel zitten.” En wat gebeurt er dan? Weg bank, tafel terug.
Jamai Loman
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, ja. We zijn te voorzichtig, zeg jij eigenlijk, in Nederland.
JAMAI LOMAN: Bar Laat. We komen terug. Nieuw programma, godskanonne, hèhè! Weer een nieuw, lekker, goed met Jeroen Pauw, Sophie, lekkere, goede journalisten. Althans, vind ik in ieder geval. En wat zien we? Een bar en een tafel.
ERNST-JAN PFAUTH: Volgens mij moet jij gewoon terug naar de…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Wat had jij willen zien dan, bij Bar Laat? Ik vind een bar en een tafel wel logisch.
JAMAI LOMAN: Ik hoop dat er een keer een maker is op tv of iemand, een zend manager met een beetje ballen die…
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar waarom ga je het zelf niet doen? Je kan het toch gewoon op YouTube zetten?
ERNST-JAN PFAUTH: Ja, precies. Gewoon zoals op de aula vroeger.
JAMAI LOMAN: Ik denk dat mijn RTL dat niet zo leuk vindt als ik mijn eigen zender ga beginnen.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Dat is lastig.
JAMAI LOMAN: Dus daar ben ik in die zin iets in beperkt. Maar ik wil alleen maar aangeven dat dit soort tv, wat ik fantastisch vind om te kijken, dat dat moeilijk is.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Maar jij pitcht dit wel ook bij RTL?
JAMAI LOMAN: Ja.
DOORTJE SMITHUIJSEN: En waarom zegt men dan dat het niet gaat lukken? Wat is dan…
JAMAI LOMAN: Ja, ook om dezelfde reden dat ik zeg: “Je krijgt die gasten niet.”
ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb van een heel wijs man geleerd dat je op een gegeven moment gewoon alles moet stoppen en weer helemaal opnieuw moet beginnen.
DOORTJE SMITHUIJSEN: Ja, en ervoor moet gaan.
ERNST-JAN PFAUTH: Omdat je het dan echt waar kunt maken.
JAMAI LOMAN: Precies. Dus we zijn er nog niet. [Lacht]
DOORTJE SMITHUIJSEN: Nou, ik ben benieuwd, Jamai. Dank je wel.
JAMAI LOMAN: Dank je wel dat ik er mocht zijn.
Lees hier de interviews met comedian Kasper van der Laan, zanger Jeangu Macrooy en televisiemaker Paul de Leeuw.