Categorieën
Interview

Dieuwertje Blok

De eigenzinnige presentator die haar onafhankelijkheid bewaakt

Als geliefd presentator van het Sinterklaasjournaal bewaakt Dieuwertje Blok te midden van alle chaos de rust.

Dat kan de indruk wekken dat Dieuwertje braaf is, maar haar jonge jaren bestaan uit een aaneenrijging van eigenzinnige keuzes.

Zo besloot ze van het gymnasium over te stappen naar de mavo, openbaarde als presentator bij de toen nog zeer katholieke KRO haar atheïstische achtergrond en klaagde met succes RTL aan toen ze haar bedonderde.

Dieuwertje vertelt waar die eigenzinnigheid vandaan komt, en waarom zij jongeren aanmoedigt over hun onafhankelijkheid na te denken.

ERNST-JAN PFAUTH: Dieuwertje, heel fijn dat je er bent. Nederland kent jou als de verbindende presentator van het Sinterklaasjournaal. Er gaat van alles mis en jij bewaakt de kalmte, de rust en loodst zo iedereen naar vijf december toe. 

Dieuwertje Blok
Dieuwertje in haar jonge jaren

DIEUWERTJE BLOK: Ja…

ERNST-JAN PFAUTH: Maar toen ging ik me in jouw jonge jaren verdiepen en toen kwam ik een heel andere rode draad tegen. Die eigenlijk in schril contrast staat met je, hoe je nu bekend bent. Namelijk: eigenzinnigheid. Eigenlijk best wel rebels ook. Herken je je daarin, Dieuwertje?

DIEUWERTJE BLOK: Ja daar herken ik mij wel enigszins in. En ik vind het Sinterklaasjournaal ook best eigenzinnig en een beetje rebels. Want het gaat toch ook om… Een beetje elkaar voor de gek houden. Grapjes maken, niets is wat het lijkt, weet je. Het gaat om de verbeelding. Het is heel creatief. Dus dat staat er ook niet zo ver van af…

ERNST-JAN PFAUTH: Nee het programma is rebels, maar jij bent daarin… Je ziet een boot zinken, maar jij zit daar voor, met kalmte. En ik merk aan de jonge kijkers in mijn huishouden dat die zich daar aan vastklampen [lacht].

DIEUWERTJE BLOK: Oh ja, goed zo! Jaaa… Precies.

ERNST-JAN PFAUTH: Jij bent niet de rebel daar!

DIEUWERTJE BLOK: Nee, daar ben ik niet de rebel. Dat zijn natuurlijk de anderen. Nee, oké dat is waar. Dat ben ik, dat was ik zeker wel toen ik jong was, ja. 

Toen had ik ontzettend de behoefte om alles zelf uit te vinden en te ontdekken en, en ook mijn eigen fouten te maken. Weg uit de bescherming!

ERNST-JAN PFAUTH: Ja want ik heb hier een fragment uit je dagboek van toen je zestien was. [lacht] Je kijkt me héél verschrikt aan! Maar dat heb je zelf ooit een keer ergens gedeeld, dit vond ik op het internet

DIEUWERTJE BLOK: Echt waar?!

ERNST-JAN PFAUTH: Ja! Dit is het fragment: ‘Ik ben wel met drugs opgehouden, maar ben nu eenzamer dan ooit.’

DIEUWERTJE BLOK: Oh ja. Dramatisch! Dramatisch! Ja…

ERNST-JAN PFAUTH: Dit roept de vraag op, wat voor puberteit had je dan?

DIEUWERTJE BLOK: Oh ja, nou ja, in ieder geval, wat je bent als puber. Vreselijk op jezelf gericht en melodramatisch. Allemaal groot. En ontzettend op zoek naar wie ben je, waar hoor ik bij? Bij een groep willen horen. Bij anderen willen horen. Ergens bij willen passen.

ERNST-JAN PFAUTH: Welke groep wilde je bij horen?

DIEUWERTJE BLOK: En dat was in dit geval, toen ik, ik kwam uit een boerendorp, ging in het Gooi in Hilversum op school. Naar het gymnasium daar. Ik sloot me aan bij de alternatievelingen, het was de tijd van de democratisering, hè. Van zelfbestuur op school. Op zo’n gymnasium speelde dat ook echt een rol. Het was echt de hippietijd ook.

ERNST-JAN PFAUTH: Dus je was een hippie?

DIEUWERTJE BLOK: Ik was absoluut een hippie. En ik wilde erg bij een groep horen. Dus ik, bovendien was ik nieuwsgierig, ik wilde alles wel uitproberen. Er werden héél veel drugs gebruikt in die tijd. En toen werd op school zelfs geblowd… Het was echt bizar als je dat nu bedenkt. 

Ik zat wel stoned in de klas, maar het was ook zo op klassenfeestjes dat ouders wel eens een… Die, die… God, die vonden dat ook wel spannend en interessant.  En een trekje van een joint namen.

ERNST-JAN PFAUTH: Echt?

DIEUWERTJE BLOK: Ja! Het was… Het was een hele vrije tijd, máár aan de andere kant, je komt er op een gegeven moment ook wel achter, tegelijkertijd, ook de beperktheid ervan. Het behoren tot een groep, veroordeelt je ook meteen tot je houden aan de mores van die groep. En dat hadden die hippies net zo goed, weet je wel. Hoe wij oordeelden over mensen met penny shoes en jagersjassen. Nou dat was ook heel erg eigenlijk.

In onze zogenaamd vrije Afghaanse stinkjassen, weet je wel [lacht].

Nee, en op een gegeven moment heb je dat ook wel door. Maarja als je dan daar dus uitstapt, dan ben je dus ook meteen je, ik maak aanhalingstekens, je ‘vrienden’ kwijt. 

ERNST-JAN PFAUTH: Het was niet vrijblijvend?

DIEUWERTJE BLOK: Dat is natuurlijk niet zo, nee, als je dan niet meer mee doet… Ja, dat is wat je bindt op een gegeven moment. Met elkaar, snap je?

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, ik zag een lijstje. Context die je gaf bij dat dagboekfragment, namelijk: ‘Geld jatten, ‘s nachts wegblijven, zuipen, drugs gebruiken.’

DIEUWERTJE BLOK: Ja, ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Terwijl je wel uit een heel warm en lieflijk gezin komt, toch?

DIEUWERTJE BLOK: Daarom juist denk ik.

ERNST-JAN PFAUTH: Daarom juist, waarom?

DIEUWERTJE BLOK: Weet je, ook daar moet je los van breken.

En dat kon ik ook doen omdat ik zo gebed was in die zekerheid en die diepe liefde van mijn ouders. En die waanzinnige goede basis had, kon ik het me ook zonder te groot gevaar permitteren.

ERNST-JAN PFAUTH: Je had een vangnet…

DIEUWERTJE BLOK: Ja… Dat was toch wat ik eigenlijk altijd wel wist en voelde. Dus zo moedig was het hele uitbreken van mij uiteindelijk ook weer niet omdat ik dat ook wel had. Maar ik had wel ontzettende de behoefte om mijn eigen pad te bewandelen en dingen uit te zoeken…

ERNST-JAN PFAUTH: Hoe reageerde je ouders daar op dan?

DIEUWERTJE BLOK: Mijn ouders hebben het wonderlijke vermogen gehad om elk van hun drie kinderen, om te zien wat elk van hen nodig had. En het was bij de een veel meer omarming, bij de andere juist meer je armen open doen en laten gaan en te vieren en ruimte geven. En vertrouwen geven ook, want dat gaven ze me toch ook wel.

ERNST-JAN PFAUTH: Ondanks dat je stoned ook in de klas zat, dachten ze, komt het toch wel goed.

DIEUWERTJE BLOK: Dat ze toch gewoon, dat zij, zij zagen denk ik… Het kan ook natuurlijk dat ik dat later allemaal heb ingevuld zelf. Dat ze hadden er genoeg vertrouwen in dat wat ze me hadden meegegeven, dat het op zijn pootjes terecht zou komen. Maar dat ik het zelf moest ontdekken door vallen en opstaan. En ik wilde gewoon sloten inlopen. En het zelf oplossen. Ik had ontzettende behoefte om een beetje het gevaar opzoeken en kijken waar die grens lag en hoe ver ik kon gaan.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja en grappig dat je zegt dat dus eigenlijk een voorrecht was. Dat je dat kon doen, dat je een vangnet had. 

DIEUWERTJE BLOK: Dat vind ik wel, nou dat vind ik wel, ja. Ik ben echt bevoorrecht… Ik groeide op buiten. Ik ben altijd buiten geweest als kind. Ik hoefde niet op te letten voor auto’s, ik ben niet midden in een drukke stad opgegroeid wat ook weer anders is. Dus dat realiseer ik mij heel goed dat het ook bevoorrecht is als je dat allemaal kan permitteren. 

ERNST-JAN PFAUTH: Over eigenzinnige keuzes gesproken, op een gegeven moment kwam je thuis en zei je tegen je ouders: ‘Ik ga van drie gymnasium naar vier mavo!’

DIEUWERTJE BLOK: Jaaa!

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht] Wat was daar de afweging achter? Want dat is een vrij onconventionele stap.

DIEUWERTJE BLOK: Kijk ik was er wel achter, ik had een rare gymnasiumtijd gehad. Het eerste jaar was wel allemaal keurig. Toen belandde ik echt wel in die groep en ging ik, nou ja, woeste dingen doen zeg maar. Toen ben ik blijven zitten in de tweede met tien onvoldoendes geloof ik…

ERNST-JAN PFAUTH: Wauw…

DIEUWERTJE BLOK: Toen ben ik van twee, naar de tweede keer overgegaan en toen, dat is wel goed gegaan. En dat kon ik bijna niet anders. Toen in de derde zat ik, zou ik weer een herexamen krijgen. Ik kreeg Grieks erbij. Ik dacht: ‘Wat moet ik hiermee?!’ Ik wil het liever leren, ik ben wel een beetje, bijna uitgeleerd en ik wil sowieso niet studeren. Ik hoef niet naar een universiteit. Iedereen wordt hier klaargestoomd. Het is alleen maar theorie om te gaan studeren en ik wil liever van heel veel dingen wat afweten. En niet in één ding storten. Dat ligt mij niet. En ik wilde weg uit die groep. Uit die groepsdruk, of ik dacht als ik stop dan wil ik hier ook weg. Dan moet ik hier, dan moet er rigoureus iets gebeuren.

ERNST-JAN PFAUTH: Weg van die school.

DIEUWERTJE BLOK: Weg van die school en ik had ook al een plan. Ik zei: ‘Ja dan wil ik…’, ik dacht: ‘Ik moet wel een papiertje hebben’, want dat is dan toch belangrijk. Dat speelde toen ook al, dat je wel op zijn minst een diploma moest hebben. Nou een mavo-diploma was toen nog best oké. Daar kon je, dan had je in ieder geval iets. Dus ik denk: ‘Dat is wat ik het snelst kan halen.’ En daarna wilde ik naar Engeland. Ik dacht daarna ga ik in het leven verder leren. 

ERNST-JAN PFAUTH: Maar wat een lef, dus dan zeg je op, wat is het… Veertiende?

DIEUWERTJE BLOK: Veertiende… Vijftiende…

ERNST-JAN PFAUTH: Ik ben hier uitgeleerd.

DIEUWERTJE BLOK: Nou, vijftien was ik denk ik. Nou ja, maar wel school is niet de ideale manier voor mij om te leren en ik moet een papiertje hebben. Dus dan wil ik naar de mavo. En het is niet zo dat ik, maar dan ga ik daarna, ga ik au pair werk, en dan ga ik Cambridge certificate halen in Engeland. En weg van huis, ik wil zelfstandig zijn. Ik wilde altijd zoveel mogelijk zelf dingen. 

ERNST-JAN PFAUTH: Maar had je geen last van statusangst? Van ik zit nu op het gymnasium, dat is het beste papiertje?

DIEUWERTJE BLOK: Oh nee, absolúút niet. Nee.

ERNST-JAN PFAUTH: Nee?! Is dat weer dat voorrecht van het komt toch wel goed met mij, of iets anders?

DIEUWERTJE BLOK: Nou… Dat zei mij gewoon niet zoveel. Ik zag, voor mij was het nou niet per se dat je pas kan slagen in het leven als je het gymnasium hebt gedaan. Er zijn zoveel meer andere dingen om te leren. Ik was gewoon niet zo onder de indruk daarvan. Dat had ik helemaal niet, nee. Nee.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat zag je voor je dan als je over de toekomst nadacht? Wat voor leven…

DIEUWERTJE BLOK: Niks.

ERNST-JAN PFAUTH: Niks?

DIEUWERTJE BLOK: Oh geen idee nog, daar heb ik bedoel nog, niks… Maar wel het komt altijd wel op z’n pootjes terecht. Ik kan mij altijd redden. Ik heb ook huishoudelijk werk gedaan. Als het moet voel ik me nergens te goed voor. Als het er gewoon brood op de plank moet komen dan, en ik had niet een groot plan. Ik heb nooit een groot uitgestippeld plan gehad. 

Toen ik in Engeland zat een jaar, en au pair was, en ik had het verschrikkelijk. Ik zat echt bij een heel leuk gezin, ik had leuke vrienden en op Cambridge, dat ging me allemaal geweldig af. 

ERNST-JAN PFAUTH: Cambridge certificatie, dat je leert Engels spreken, toch?

DIEUWERTJE BLOK: Ja, maar echt, dan krijg je echt… Ja, het is een bepaald niveau goed Engels. En dat was niet te ingewikkeld. En toen merkte ik dat ik last kreeg van mijn luie hersens. Ik dacht mijn hersens wilde toch wel wat meer. 

ERNST-JAN PFAUTH: Hm-hm.

DIEUWERTJE BLOK: Ik ben er toch wel niet aan toe om nu al, weet ik veel, voor kinderen zorgen is leuk. Maar dat kan ik later altijd nog doen en dan kiezen voor mijn eigen kinderen, weet je wel. Dat was eerder niet zo boeiend. Toen zag ik wel een beetje dat mijn leven daar dat er wel iets moest gebeuren. 

Toen heb ik weer geschreven naar huis dat ik toch eigenlijk wel terug wilde naar school. Toch de havo wilde doen. En toen zei ik ook nog, schreef ik ook nog: ‘Ja en dan het liefst ook in Amsterdam, en ik ben nu toch al bijna een jaar het huis uit. En dan zou ik eigenlijk ook heel graag op kamers willen’, en dat is allemaal gebeurd. 

Ik heb eerst nog wel thuis gewoond, en toen ging er een nichtje van mij, vertrok van een verdieping in de Watergraafsmeer. Vlak achter waar mijn moeder en oma en opa hadden gewoond. Dus die buurt die ik kende. En toen ben ik daar ingetrokken. 

Mijn ouders betaalden die huur en ik kreeg heel weinig geld om van, dat wilde ik ook echt, om verder van te leven. Toen heb ik echt in no-time en met ontzettend veel plezier die havo gedaan. Toen vielen er voor mij, toen was het leren ineens leuk. Ik had wel pretpakket; alle talen, aardrijkskunde, geschiedenis… 

ERNST-JAN PFAUTH: Maar wat maakte het zo leuk dan? Want je had nog niet een plan, toch?

DIEUWERTJE BLOK: Het was ook een soort tijd, en ja dat heb ik eigenlijk nooit gehad, dat je, zoals nu, dat je zo ver vooruit moet denken. Dat je al helemaal moet denken, wat ik wil ik? En waar wil ik naar mijn leven naar toe? Ik leefde echt van de ene dag op de ander. Ik had helemaal niet een groots, veelomvattend plan en elke dag het idee van: ‘God wat zou ik nou eens worden?

Dat heb ik heel lang ook gehad. Weet je, bijna is het nog steeds waar, de gedachte waaruit ik leef… ‘s Ochtends wakker worden en bedenken wat zou ik nou eens zou worden. Dat ik wel verstandelijk weet dat het natuurlijk heel raar is op mijn 65ste. Maar het is wel een soort instelling. Dat je altijd nog weer nieuwe kanten op kan.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, maar op een gegeven moment moest je toch de arbeidsmarkt op neem ik aan, na de havo?

DIEUWERTJE BLOK: Ja maar dat leren… Ja maar die havo… Dat was gewoon zo’n leuke tijd omdat toen, daar heb je, daar ben je blijkbaar, moet je wat ouder voor worden. Toen vielen er allerlei stukjes op hun plek. Toen had je nog dikke literatuurlijsten voor al die talen. Maar dan krijg je ook geschiedenis, en dan ga je allerlei verbanden zien. 

Dan begrijp je ineens waarom je een bepaalde periode, door wat zich afspeelde in de wereld, of wat voor tijd het was, er bepaalde dingen geschreven werden. Alles viel op zijn plek. Het was gewoon een groot feest toen. 

Dat vond ik echt heel erg leuk. Maar nog steeds niet de behoefte om daarna te gaan studeren.

ERNST-JAN PFAUTH: Nee, want toen ben je direct gaan werken.

DIEUWERTJE BLOK: En toen ben ik gaan werken. En toen had ik ook nog geen plan van, nou… Oh wacht even! Nee… Toen had ik het plan, zeker, om naar het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen te gaan. 

ERNST-JAN PFAUTH: Wat is dat?

DIEUWERTJE BLOK: Een theateropleiding…

ERNST-JAN PFAUTH: Toch je oma en je moeder achterna.

DIEUWERTJE BLOK: Ja. Want ik speelde ook al heel lang amateurtoneel in het dorp waar ik vandaan kwam.

ERNST-JAN PFAUTH: Oké, de appel valt niet ver van de boom.

DIEUWERTJE BLOK: Nee. Nou, dus Antwerpen dat stond toen heel goed bekend. Dat was toen een heel goede opleiding. Dus ik had me daarvoor opgegeven en ik kreeg dingen toegestuurd. Een monoloog die ik moest doen. En ik had de afspraak met tante Hetty. Hetty Blok. Die mij zou begeleiden bij het instuderen van de monoloog. En toen werd ik verliefd… 

En toen dacht ik, en als ik verliefd ben dan ben ik echt zo volkomen in grote overgave… En dat is natuurlijk een soort gekte en toen dacht ik: ‘Ja zeg, dan ga ik daar helemaal een beetje vier jaar met mezelf bezig zijn. Naar mijn navel zitten staren, en in Antwerpen…’

ERNST-JAN PFAUTH: Je koos voor de liefde [lacht].

DIEUWERTJE BLOK: Dus zo graag wilde ik blijkbaar ook niet. Wat dat betreft is die ambitie dan toch niet groot genoeg, snap je?

ERNST-JAN PFAUTH: Ja.

DIEUWERTJE BLOK: Ik heb echt heel erg, als ik iets doe dan doe ik dat heel serieus en voor de volle honderd procent. Maar ik neem mezelf dus niet al te serieus, en…

ERNST-JAN PFAUTH: Want je bent het vak ingerold, je ging…

DIEUWERTJE BLOK: Nee dat was ook geen plan…

ERNST-JAN PFAUTH: Nee want je ging als fotoredacteur werken bij het KRO-programmablad. 

DIEUWERTJE BLOK: Ja, bij Studio. Dat was een te gek blad in die tijd. Echt een mooi journalistiek blad, met heel veel mooie fotografie…

ERNST-JAN PFAUTH: En daar werd een soort interne bedrijfsdag georganiseerd waar iedereen mocht zien wat er allemaal bij de KRO gebeurde…

DIEUWERTJE BLOK: Een week zelfs… 

ERNST-JAN PFAUTH: Een week!

DIEUWERTJE BLOK: In die tijd… Als je nieuw ging werken in die tijd bij een omroep, dan verzamelde een omroep… Het was natuurlijk best verzuild, hè. Dus zo’n KRO verzamelde dan een groepje van vijf, zes mensen die dan nieuw waren. En het was ook de postjongens, tot mensen die bij programma’s werkten en alles daar tussenin. En dan krijg je een dag, werd je ingevoerd, nou ja, waar dan zo’n omroep voor stond en wat ze wilden en weet ik veel wat. 

En dan twee dagen kwam iemand van de radio en dan ging je radio maken. En ja, die gaf je een kijkje achter de schermen bij de radio. En twee dagen televisie. Wat opzich heel leuk is. Want als je werkte op de plek waar ik zat bijvoorbeeld, of op de postkamer. Of iets…

ERNST-JAN PFAUTH: Of in de kantine…

DIEUWERTJE BLOK: Of iets administratiefs, of in de kantine… Dan had je natuurlijk heel weinig te maken met eigenlijk het product van het bedrijf waar je voor werkte. Dus het was ontzettend leuk om daar een kijkje achter de schermen te krijgen.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja en het doel was een kijkje achter de schermen krijgen. Maar wat er vervolgens gebeurde is dat jij daar…

DIEUWERTJE BLOK: Ik werd daar ontdekt…

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, je werd er ontdekt. Van: ‘Oh die fotoredacteur is eigenlijk heel goed op de radio’, toen in eerste instantie, toch?

DIEUWERTJE BLOK: Ja en nou ja, ook wel geloof ik qua gezicht. Maar daar was ik me niet zo van bewust dat ik wel opviel bij de KRO. Ik geloof dat er wel over mij gesproken werd al…

ERNST-JAN PFAUTH: Omdat je een opvallende verschijning was…

DIEUWERTJE BLOK: Omdat ik toch wel opviel, ja, ja… Ik viel wel op [lacht].

ERNST-JAN PFAUTH: Ja en toen werd je dus omroeper… 

DIEUWERTJE BLOK: En toen werd ik omroeper…

ERNST-JAN PFAUTH: Geen idee wat dat is. Wat doet een omroeper?

DIEUWERTJE BLOK: Kijk toen had ik, je had natuurlijk die omroepen en die hadden allemaal hun vaste avonden. Hè, dus de KRO, als de A-omroepen hadden twee eigen avonden, en nog een middag geloof ik. En die hadden dus hun eigen gastvrouwen en gastheren die dan de hele avond vertelden wat er ook al in het programmablad stond, en wat ook in de krant had gestaan… Maar die zo, nou: ‘Welkom goedenavond, we zijn er weer de hele avond met de KRO. We gaan straks na het nieuws, komt bluh-de-bluh-de-hup’…

ERNST-JAN PFAUTH: Leuke documentaire over de paus… [Lacht]

DIEUWERTJE BLOK: Brandpunt vanavond, ja. Gewoon, en nog…

ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb op YouTube nog wat terug zitten te kijken, maar het is heel huiselijk. Echt gezellig gewoon.

Dieuwertje Blok als omroeper in 1980

DIEUWERTJE BLOK: Nou ja, een beetje truttig.

ERNST-JAN PFAUTH: Nou ja, ook wel truttig ja…

DIEUWERTJE BLOK:  Met een bloemstukje vaak naast je, och!

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, maar je werd wel lekker welkom geheten op televisie. Van: ‘Nou, we gaan er weer wat moois van maken vanavond…’

DIEUWERTJE BLOK: En ook, je was dan heel erg verbonden, al die omroepen hadden natuurlijk ook allemaal van die mensen die dan, die hun gezicht werden hè. Echt de gastvrouw van zo’n omroep, dat was toen nog heel belangrijk.

ERNST-JAN PFAUTH: En dan op het einde van zo’n avond: ‘Welterusten allemaal, tot morgen!’

DIEUWERTJE BLOK: Ja, ja… Slaap lekker [lacht].

ERNST-JAN PFAUTH: Wat gezellig, echt gezellig…

DIEUWERTJE BLOK: En dan zat je de hele avond dus, zat je in een zo’n studio. Je zat altijd in een hele, je had twee grote studio’s, en als je op Nederland 1 zat, zat je in studio 1. En als je op Nederland 2 zat, zat je in… [Gniffelt]

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht]

DIEUWERTJE BLOK: Zat je in studio 2. In een klein donker hoekje van zo’n grote studio waar overdag van alles gebeurde. 

ERNST-JAN PFAUTH: Ja…

DIEUWERTJE BLOK: En dan zat ik een beetje te lezen, te breien, tussen de bedrijven door. Heb heel wat afgebreid. 

ERNST-JAN PFAUTH: Was dat allemaal live?

DIEUWERTJE BLOK: Dat was allemaal live! En daar heb ik mezelf…

ERNST-JAN PFAUTH: Wauw, dus je zat daar de hele dag, avond daar…

DIEUWERTJE BLOK: Daar heb ik mezelf heel veel geleerd, want ik had dus… Er was geen autocue, dus je maakte de teksten en je zat daar live. En als zoiets gebeurde, als er iets misging, een band startte niet of er was een storing. Dan moest je natuurlijk ook improviseren, dan was jij, dat vond ik ook altijd…

Daarom, ik hou ontzettend van live nog altijd. Dat is het gewoon op dat moment. En het heeft ook wel een soort machtig gevoel, snap je. Je zit daar, en toendertijd er waren twee netten. De ene helft van Nederland zag je gewoon, de hele avond door.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar hallo! Je was 23 en de helft van Nederland ziet je!

DIEUWERTJE BLOK: Ja!

ERNST-JAN PFAUTH: Wat deed dat met je?

DIEUWERTJE BLOK: Dat maakte me heel ongemakkelijk. Ik kon daar, ik was daar heel naïef over geweest. Ik voelde me meteen volkomen op mijn gemak voor een camera.

Maar ik had me, heel naïef, dat me helemaal niet gerealiseerd. Dat het is een vreselijk eenrichtingsverkeer. Ineens meent de helft van Nederland ongeveer, jou te kennen. Want dat ook. Ze zien je en daar denken ze iets bij. Dan krijgen ze een idee alsof ze weten wie je bent. 

Terwijl ik zelf eigenlijk nog heel erg op zoek was. Een onzekere tijd nog, naar wie ik was, naar wat ik moet. Wat ik… Ik voelde me heel erg onzeker. En dat maakte me niet echt veel zekerder. Want mensen gaan zich ook anders gedragen tegenover je…

ERNST-JAN PFAUTH: Ja want je was echt heel populair… 

DIEUWERTJE BLOK: Ik was héél populair en heel bekend, terwijl je zelf nog denkt: ‘Ja… Wat stelt het nou helemaal voor’, weet je wel. Het kostte me ook niet zoveel moeite om te doen. Ik heb blijkbaar een talent voor die camera, dus dat kostte me al niet veel moeite. Het was voor mij niet een grote, bijzondere prestatie. 

ERNST-JAN PFAUTH: Nee.

DIEUWERTJE BLOK: Ik heb veel meer bewondering voor iemand die prachtig kan schilderen of een heel mooi boek schrijft of iets, daar heb ik echt ontzag, veel. Of die heel hard ergens voor moet werken, en iets, iets maakt of ontwerpt. Maar wat ik deed, ik vond het verder niet zoveel voorstellen.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja je was er ingerold, het ging je heel makkelijk af. Ook als je die oude fragmenten terugkijkt, ongelooflijk dat er daar geen autocue bij gemoeid is, want het ziet er heel naturel uit. Maar je was zo populair, dat er zelfs, sorry dat ik dit ga laten horen…

DIEUWERTJE BLOK: Oké…

ERNST-JAN PFAUTH: Maar het is toch belangrijk voor de journalistiek context van dit programma, daar was zelfs een, er werd een lied over je gemaakt…

DIEUWERTJE BLOK: Ja…

ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb daar dertig seconden uitgeknipt. 

DIEUWERTJE BLOK: Ken het uit mijn hoofd hoor…

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht]

DIEUWERTJE BLOK: [Lacht]

ERNST-JAN PFAUTH: Ik zal het heel even laten horen, toch nog…

Het fanlied over Dieuwertje

ERNST-JAN PFAUTH: Lekker jaren ’80. 

DIEUWERTJE BLOK: Héél erg!

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht]

DIEUWERTJE BLOK:  Ja… ‘Totdat ik jou zag, maar zag jij mij?’

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, dat is, sorry, dat heb ik eruit geknipt. Want anders bleef ik niet binnen dertig seconden…

DIEUWERTJE BLOK: Ik zag niemand. Ik zag, ik kende geen hond meer door die televisie, snap je.

ERNST-JAN PFAUTH: Want dit werd ook echt op de radio gedraaid…

DIEUWERTJE BLOK: Oh man! Bij Frits Spits, die had toen nog een programma…

ERNST-JAN PFAUTH: Avondspits!

DIEUWERTJE BLOK: Dat was echt heel populair. En d’r werd heel veel naar geluisterd. En die had dan elke week een plaat die dan altijd om half zeven ofzo, op een vast tijdstip werd gedraaid. En het was een week lang dit nummer… Nou dan wilde ik niet ergens in een publieke ruimte zijn hoor…

ERNST-JAN PFAUTH: Nee [lacht], dat kan ik me wel voorstellen!

DIEUWERTJE BLOK: Je weet niet hoe je moet kijken. Ja maar, ik kan nu veel makkelijker met dat soort dingen omgaan. Maar toen echt die tijd tussen mijn twintigste en dertigste, zou ik nooit over willen doen. Ik bedoel uiteindelijk, leer je van alles in je, door alle ervaringen, maar ze zeggen wel eens: is er een tijd die je over zou willen doen? Nou helemaal niet tussen mijn twintigste en dertigste.

ERNST-JAN PFAUTH: Omdat je zelf nog heel erg op zoek was naar jezelf en tegelijkertijd heel Nederland kon meekijken.

DIEUWERTJE BLOK: Nou, ja, en, en… 

ERNST-JAN PFAUTH: En er van alles op je plakte…

DIEUWERTJE BLOK: En een soort idee over je hadden. Waar je jezelf helemaal niet senang bij voelde. Van het lieve meisje, dit leuke meisje, dit mooie meisje. Jongen ik voelde mezelf, ik had heel veel puppyvet. Ik was vreselijk, was helemaal niet blij. Blij met mezelf, weet je wel. Het was echt onzeker. En je wordt er alleen maar onzekerder van.

En dat mensen heel aardig tegen je gaan doen. En je ineens op allerlei feestjes wordt uitgenodigd omdat het al interessant is om jou op een feestje te hebben. Maar dat het niet ging om wie je was. Om wat je dan te vertellen had, weet je. Mensen waren heel gauw met je uitgepraat. Want het ging ze helemaal niet om van wat jij dacht van dingen, of hoe het nou echt met je ging.

ERNST-JAN PFAUTH: Je moest er gewoon zijn omdat je beroemd bent.

DIEUWERTJE BLOK: Een bekend iemand, ja. En dat is gewoon heel leeg natuurlijk…

ERNST-JAN PFAUTH: Ja. En toen stak toch je eigenzinnigheid weer de kop op, want KRO, dat weten mensen misschien nu niet meer, maar dat was de katholieke omroep. En toen nog behoorlijk katholiek. En wat deed jij? Jij verklaarde in een column voor Vrij Nederland…

DIEUWERTJE BLOK: Nou een heel stuk zelfs was het.

ERNST-JAN PFAUTH: Een heel stuk.

DIEUWERTJE BLOK: Het was een heel, het was een heel artikel. 

ERNST-JAN PFAUTH: …Dat je atheïst bent [lacht].

DIEUWERTJE BLOK: Nou, dat ik uit een atheïstisch gezin kom. Ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja. Dat viel niet zo lekker bij de katholieken…

DIEUWERTJE BLOK: Nee als ik nou maar het woord agnostisch had gebruikt, dan was het wat minder erg geweest.

ERNST-JAN PFAUTH: Ah ja.

DIEUWERTJE BLOK: Weet je, want atheïst is natuurlijk ja, nou ja. 

ERNST-JAN PFAUTH: Maar wist je dat toen je dat schreef. Dat je…

DIEUWERTJE BLOK: Welnee! Dat ik dat bewust heb gedaan? Absolúút niet! Dat hoorde heel erg, bij het verhaal…

Want het was, het was een zomerserie van Vrij Nederland. De dag dat ik geboren ben, en dat hadden ze aan verschillende mensen gevraagd. Waaronder mij. En ik heb dat verteld. En wat namelijk bij ons een gevleugeld woord is ook thuis, is dat ik geboren werd. 

Was de dokter net geweest die had gezegd tegen mijn moeder: ‘Nou dat duurt nog wel even’, want mijn moeder beviel gewoon thuis. En toen kwam ik toch heel snel en d’r was een hele christelijke kraamverzorgster bij ons thuis. Die ook mijn vader weg had gestuurd. Want het was echt, die had zoiets van: ‘Mannen hebben hier niks te zoeken!’

ERNST-JAN PFAUTH: Hm…

DIEUWERTJE BLOK: En mijn hoofd, mijn hoofd lag er al uit. Mijn hoofd lag al ongeveer in bed. En zij liep gewoon weg, roepende: ‘Oh mevrouw! Ik zal voor u bidden!’ Nou ja, en dat is bij ons een soort gevleugeld woord thuis. 

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht] Wauw…

DIEUWERTJE BLOK: ‘Oh! Mevrouw! Ik zal voor u bidden!’, weet je, als er iets ergs gebeurd, dan ga je er gewoon vandoor! En dan zeg je… Nou dat beschrijf ik in dat stuk. Dat vind ik vrij hilarisch, en het is van de dag dat ik geboren ben en helemaal hilarisch in ons atheïstisch gezin. Omdat dan te roepen, weet je wel. Dat was zo, zo stond dat erin. 

En de KRO heeft vanaf het begin, toen ik daar solliciteerde ook als fotoredacteur, ik heb altijd gezeg dat ik niet katholiek was. En dat ik helemaal niet geloofde. En niet uit een gelovig gezin kom. Dus dat wisten ze ook. Dus dat ging altijd in golven, hoe belangrijk die ‘k’ van de KRO was. En dit was net in een periode dat het weer best belangrijk was.

En mensen ontdekten toen – ik had zelfs een davidsterretje om – maar ze vonden, dachten toch, ze is katholiek. Want ze is omroepster voor de katholieke omroep. Toen kreeg ik wel ineens minder dingen te doen. Want ik deed al veel, ik was veel meer andere dingen gaan doen bij de KRO. Was steeds meer televisiewerk gaan doen naast dat omroepwerk. Daar was ik mee begonnen. En toen voelde ik me gewoon, weet je. Het was toch niet goed gevallen. Ik voelde me niet meer zo op mijn plek.

ERNST-JAN PFAUTH: Het werk bij de KRO droogde een beetje op, toen bij de VARA. Toen naar de commerciëlen. 

DIEUWERTJE BLOK: Er zat voor mij weinig toekomst in, dat gevoel had ik.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja.

DIEUWERTJE BLOK: En toen bij de VARA, want kijk de VARA is ook best… Daar had ik eigenlijk me heel erg thuis moeten voelen maar ik, dat ik nou zeg dat dat een warme, gezellige club was. Dat vond ik dus niet in die tijd…

ERNST-JAN PFAUTH: Oké, ongezellige linkse mensen.

DIEUWERTJE BLOK: Ja… Daar werd niet veel gelachen hoor. Toen ben ik ook, en toen ging ik ook op gegeven moment, toen begon ook RTL Véronique. En toen werd ik gevraagd, en toen ging ik daar naar toe. Nou, dat was bij de VARA echt…

ERNST-JAN PFAUTH: Alsof…

DIEUWERTJE BLOK: Dat was naar de vijand, hè.

ERNST-JAN PFAUTH: Een behoorlijk eigenzinnige keuze weer.

DIEUWERTJE BLOK: Ja ook weer.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar waarom durfde je dat aan?

DIEUWERTJE BLOK: Ik vond het gewoon een goed avontuur. En het trok me wel aan wat ze zeiden. En we gingen een dagelijks programma doen. En een live-programma. Héérlijk vond ik dat.

ERNST-JAN PFAUTH: Dat wist je nog?

DIEUWERTJE BLOK: En we zouden journalistiek onafhankelijk zijn.

ERNST-JAN PFAUTH: Oké. 

DIEUWERTJE BLOK: Dat was wel heel belangrijk. Maar na een jaar De 5 Uur Show was ik er ook wel achter dat wij ook heel veel onderwerpen hadden die gesponsord werden. Die dan zo, en daar heb ik zó de pest aan. Dat je dus in de vorm van een interview, een interview, door een of andere dokter. Maar die had een soort crèmetje, een crèmetje bedacht en een eigen bedrijf. Ja, dat dus, dat, dat daar kan ik helemaal niet tegen.

ERNST-JAN PFAUTH: Als je voor de journalistieke onafhankelijkheid komt en je moet…

DIEUWERTJE BLOK: Begrijp je! 

ERNST-JAN PFAUTH: En je moet sponsored content doen. 

DIEUWERTJE BLOK: Dat was, dat is dus gewoon niet zo. En dan krijg je zo van die semi-gesponsorde items waarvan ik dacht: ‘Jongens vraag mij voor een commercial en betaal me een ton. Prima.’ 

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht]

DIEUWERTJE BLOK: Maar wel duidelijkheid. Ja ik vind dat, vond ik gewoon heel onprettig om te doen. Maar, en ik kreeg toen een eigen talkshow, waar ik toch de verleiding niet kon… Al na een jaar, wat eigenlijk heel snel was, omdat te proberen en dat is gewoon helemaal niet goed gegaan.

ERNST-JAN PFAUTH: Die talkshow heette Dieuwertje, die werd uit de lucht gehaald tegen een afspraak in.

Talkshow Dieuwertje in 1990

DIEUWERTJE BLOK: Ja, hij werd uit de lucht gehaald en ik werd niet meer, van het ene moment op het andere, niet meer betaald.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, dat is niet oké.

DIEUWERTJE BLOK: Tegen de afspraken in, zoals dat in het contract stond.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja en dan kan je zeggen: ‘Oké, ik laat het erbij. Machtige tv-bonzen. Ik heb weer nieuwe opdrachten nodig…’ Maar dat is niet wat jij zei.

DIEUWERTJE BLOK: Nee ik heb een kort geding…

ERNST-JAN PFAUTH: Jij zei: ‘I’ll sue you!’ 

DIEUWERTJE BLOK: Ja.  

ERNST-JAN PFAUTH: Was je niet, want je hebt ze dus aangeklaagd, je bent in gelijk gesteld. Honderdvijftigduizend gulden gekregen. Maar daarna droogde wel het werk op, toch?

DIEUWERTJE BLOK: Ja, ja. Dus het kwam wel goed uit dat ik dat geld had [lacht].

ERNST-JAN PFAUTH: [Lacht] Dat geld, ja!

DIEUWERTJE BLOK: Een tijdje…

ERNST-JAN PFAUTH: Maar ik vind het toch wel weer een teken van eigenzinnigheid. Dat je dat denkt ik ga ze wel verantwoordelijk houden, ook al is dat niet per se in je belang. 

DIEUWERTJE BLOK: Als freelancer heb je natuurlijk heel gauw, en dat herken ik wel, je bent als de dood. Niet is zeker. Zeker niet in Hilversum. In medialand. Dus je bent toch geneigd om toch een beetje iedereen te vriend te houden, en je bij dingen neer te leggen. Uit angst je werk kwijt te raken. Ja dat is heel begrijpelijk, maar d’r zijn gewoon grenzen.

ERNST-JAN PFAUTH: Heb je er ooit spijt van gehad toen bijvoorbeeld dat werk opdroog?

DIEUWERTJE BLOK: Nee, nee… 

ERNST-JAN PFAUTH: Nee?

DIEUWERTJE BLOK: Nee, absoluut niet. Nee, nee, nee, nee, nee. Want ik, weet je, dan… Ik vind altijd wel iets, ik heb heel veel rare dips in mijn carrière gehad. Maar dan zoek ik toch ook wel naar andere dingen, ik ben toen bij AT5 gaan werken. Dat was ook een beetje, hoe noem je dat, uit de bezemkast programma’s maken. Beetje het sfeertje van Véronique in het begin.

ERNST-JAN PFAUTH: Dat is toch best een demotie… 

DIEUWERTJE BLOK: Oh nee, dat heb ik helemaal dan niet! 

ERNST-JAN PFAUTH: Nee?

DIEUWERTJE BLOK: Nee. 

ERNST-JAN PFAUTH: Je hebt dan niet zoiets van: ‘Ik had een landelijke talkshow, en nu moet ik…’

DIEUWERTJE BLOK: Nee… 

ERNST-JAN PFAUTH: …‘Op een leuke regionale zender dingen doen.’

DIEUWERTJE BLOK: Nee, nee… Nee, nee, nee. Nee, dat had ik helemaal niet.

ERNST-JAN PFAUTH: Hoe komt dat dan? Waarom heb je dat niet? Want dat hebben genoeg mensen. Ik zou dat denk ik hebben, ik zou…

DIEUWERTJE BLOK: Ja…

ERNST-JAN PFAUTH: Daar onzeker over zijn, en denken: ‘Oh ik ben teruggezet naar de tweede divisie’, ofzo.

DIEUWERTJE BLOK: Nee je komt er ook wel, nou nee, dan kom je er toch ook wel achter waar je niet geschikt voor ben. En een talkshow is misschien, ben ik niet, was ik in ieder geval op die leeftijd niet het meest geschikt voor. 

ERNST-JAN PFAUTH: Want ik snap dat je als puber zoiets had van: ‘Ik heb een vangnet’, maar als jonge moeder op een gegeven moment, heb je, is het…

DIEUWERTJE BLOK: Ik heb altijd dan toch wel het idee gehad: ik kan het. Ik red het wel. Ik heb altijd dan wel voor mezelf kunnen zorgen, en de kinderen. En ik heb altijd wel een inkomen gehad. En ook wel eens tijden heel weinig, maar dan moet je het even met minder doen…

ERNST-JAN PFAUTH: En wat deden die tijden met je dan? Die onzekere tijden?

DIEUWERTJE BLOK: Euhm… [denkt na] Ja, wat erg hè, ik weet, dat weet, ja… Gewoon doorgaan. Dan ga je gewoon door en dan zoek je weer nieuwe dingen om te doen. Ik… God ik deed toen ook Schooltv. Nou dan had ik Schooltv en toen deed ik ook wel meer dingen als dagvoorzitterschappen, klein, je rommelt het zo allemaal bij elkaar. 

Ik heb altijd dingen bij elkaar gerommeld. Ik heb nog nooit een groot ding gehad. Behalve het Sinterklaasjournaal, maar ja, dat is voor mij ook maar drie, vier weken werk. Of nee niet eens. Dat is veel korter. Ik heb altijd meerdere dingen tegelijk gedaan. Ik heb bijna nooit een ding gedaan waar ik van kon leven. 

ERNST-JAN PFAUTH: Hė, je bent het vak toen, je bent het vak ingerold op 23-jarige leeftijd. 

DIEUWERTJE BLOK: Ja…

ERNST-JAN PFAUTH: Want je wist ook niet wat je wilde, je kwam op tv, dat verliep voorspoedig. Heb je momenten gehad dat je dacht ik ga iets anders doen? Tv past toch niet helemaal bij me? Ik word gek van die roem… Heb je erover nagedacht, van er is misschien nog een ander carrièrepad voor me?

DIEUWERTJE BLOK: [Korte stilte] Nee… Ik vond tv toch echt wel heel erg leuk om te doen. Ik vond dat werk heel erg leuk en ik groeide er langzaam in. Het heeft een tijd, vooral die begintijd was het, ja deed ik het. Was het ook iets wat ik erbij deed, weet je wel. Want ik was gewoon fotoredacteur. Dus ik was het niet zo, het heeft een hele tijd wel geduurd wel denk ik. Tot mijn eind twintigste, dertigste voordat ik me realiseerde ‘Oh dit is dus mijn vak, dit is iets wat ik kan’. En toen had ik al heel veel kilometers gemaakt

ERNST-JAN PFAUTH: Ja.

DIEUWERTJE BLOK: En in het begin, doe je, zeg je ook op alles ja. Ik vond het allemaal leuk, zei op van alles ja. En dan kom je er ook achter wat je niet kan. Ik weet nog dat ik bij het, toen Véronique met TV 10 samen ging toen veranderde er al van alles. Daar zaten de grote sterren van de commercie. En toen was er een soort beginprogramma, en dat ik met Hennie Huisman dat programma moest presenteren in Aalsmeer, in die studio’s. Nou daar voelde ik me dus echt helemaal niet thuis. Met een hoop pan-cake op mijn gezicht, helemaal dichtgeschminkt!

ERNST-JAN PFAUTH: Glamour!

DIEUWERTJE BLOK: Nou dan weet je dus: ‘Dit is niks voor mij, dit is helemaal niet wat ik wil.’ 

ERNST-JAN PFAUTH: Dus daar begon zich wel dan toch, tegen die tijd, een soort carrièreplan af te tekenen, dat je wist dit wil ik wel.

DIEUWERTJE BLOK: Ja. Je weet steeds beter wat je niet moet doen in ieder geval.

ERNST-JAN PFAUTH: En hé, ben je blij met je eigenzinnigheid? Dat label heb ik op je geplakt, maar volgens mij ben je het er mee eens, toch?

DIEUWERTJE BLOK: Daar ben ik het wel mee eens.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja.

DIEUWERTJE BLOK: Ik hoop dat ik het, weet je, het is de, dat is echt een grote opgave en heel erg moeilijk en steeds moeilijker ook voor jonge mensen. Om een soort, om een soort onafhankelijkheid te behouden en om onafhankelijk te blijven denken. Dat is al zo ingewikkeld. Want je, er zijn zoveel invloeden en is zoveel druk van buitenaf. En ik geef vrijheidscolleges, om te praten over vrijheid. 

Voor jongeren op de basisschool, groep zeven en acht. En daarin haal ik altijd een gedicht aan dat ik van mijn moeder heb geleerd en ik ook weer aan mijn kinderen heb geleerd. Van Annie M.G. Schmidt, De regenworm in Sneek

‘Er was eens regenworm in Sneek, die altijd naar de sterren keek. En fluisterde hoe schoon, hoe schoon. Zijn moeder zei: ‘Doe toch gewoon! Kijk naar beneden. Naar de grond, dat is normaal, dat is gezond. Kijk naar beneden zoals ik.’ En toen, toen kwam de leeuwerik. Het wormpje dat naar boven staarde zag hem op tijd en kroop in de aarde. Maar moe die naar beneden keek, werd opgegeten daar in Sneek. Dus doe nooit wat je moeder zegt, dan komt het allemaal terecht.’

En dat is heel grappig, dan moet ik vreselijk lachen…

ERNST-JAN PFAUTH: Ja…

DIEUWERTJE BLOK: Dat is natuurlijk ook heel zielig van die moeder. Maar wat het is, later is dat gedicht iets anders voor mij gaan betekenen. Namelijk dat je, als iedereen het doet, hoeft het nog niet het goede te zijn. 

Als de hele klas de ene kant op de gaat, hoeft dat nog niet voor jou de goede kant te zijn. En dat is doodeng, maar durf gewoon nieuwsgierig te blijven en kritisch te denken en kritisch te zijn. En niet niet automatisch omdat iedereen het doet het ook te doen. En dat is verschrikkelijk moeilijk en dat realiseer ik me, maar dat is wel, ik vind wel dat je dat, dat je daar mee bezig moet zijn. 

ERNST-JAN PFAUTH: Ja, dus dat geef je die jonge mensen mee.

DIEUWERTJE BLOK: En dat geef ik ze bijvoorbeeld mee.

ERNST-JAN PFAUTH: En wat is dan een moment dat jij daar echt op getest bent? 

DIEUWERTJE BLOK: Euhm… [korte stilte] Nou, door bijvoorbeeld de overstappen die ik maakte. Die niet in de lijn der verwachtingen lagen, dat ik wist dat mensen daar, ik bedoel bij zo’n VARA… Overstappen naar de commerciëlen, dat was nogal een ding. 

En je kan je heel makkelijk laten verleiden door de verhalen van: ‘Ach al die commercie is slecht’, en al die verhalen. Maar ze hadden gewoon een leuk verhaal en ik dacht dat is een avontuur. En laat ik dat gewoon gaan doen. En er ook weer achter komen, daar, dat wat zij zo graag wilden aan het begin, zeker dat Veronique, was toch ook wel een beetje, kwajongens-tv weet je wel… 

En dat onafhankelijk blijven, dat dat gewoon niet, dat kan je wel heel hard roepen, maar dat dat gewoon niet lukt. En dat dat dus ook niet bij mij past. Ik weet niet wat ik moet doen om goede kijkcijfers te krijgen. Dat recept heb ik niet in huis. 

Dus het enige wat ik kan doen is heel dicht bij mijzelf blijven, wat vind ik mooi? En ik ben ook niet zo uniek, dat dan niet heel veel andere mensen dat ook leuk vinden. En dat je niet iedereen kan pleasen. 

ERNST-JAN PFAUTH: Ja dus die eigenzinnigheid is eigenlijk een middel om uw onafhankelijkheid te bewaken.

DIEUWERTJE BLOK: Ja, maar je bent natuurlijk nooit helemaal. Maar het is wel iets wat je wil proberen.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja en twee geeft het jou ook richting in wat je dan wel wil doen, omdat je duidelijk weet dit werkt niet voor me. En als ik…

DIEUWERTJE BLOK: Ja, ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Ben geen kijkcijferkanon, maar als ik wil, als ik maar dichtbij mezelf blijf maak ik in elk geval wel interessante televisie.

DIEUWERTJE BLOK: Nou,ik kan het. Ik ben ook wel weer zo dat je aan mijn gezicht kan zien als ik ergens niet op mijn plek ben. Als ik ergens wat zit te doen wat niet bij mij hoort of niet bij mij past; dan zie je aan mij. Dan kan ik het gewoon niet zo goed. 

Het is wel zo als er gewoon brood op de plank moet komen, dan doe je wel ook soms bepaalde dingen, snap je. Dat is natuurlijk ook zo. Het is niet dat je altijd meer kan doen wat je zelf leuk vind. Natuurlijk doe ik ook weleens dingen die ik minder leuk vind. Dat kan bijna niet anders…

ERNST-JAN PFAUTH: Maar jij lijkt een soort van aangeboren, met dat zelfvertrouwen van het komt wel goed. Ik weet niet precies welke kant ik op wil, maar het komt wel goed.

DIEUWERTJE BLOK: Ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Deels noem je dat een voorrecht, door de mooie veilige jeugd die je hebt gehad…

DIEUWERTJE BLOK: Zeker!

ERNST-JAN PFAUTH: Maar als je dat nou minder van nature hebt, wat zou je dan jonge luisteraars aanraden om toch die zeker, toch daar op te vertrouwen…

DIEUWERTJE BLOK: [Denkt na] Ja… Je moet toch durven, nou daar, je hebt er wel, denk dat je daar wel, je moet niet bang zijn. Je moet ook de, juist als je bang bent moet je vaak door. Ja, ik kan het niet goed uitleggen. 

ERNST-JAN PFAUTH: Juist als je bang bent moet je vaak door…

DIEUWERTJE BLOK: Nou als je, als je, iets wat je een beetje eng vindt, moet je toch gewoon… Dat moet je niet laten bepalen of je iets wel of niet doet. En vertrouwen op jezelf, hoe kan je dat iemand leren? Dat is heel ingewikkeld hoor. Maar ik geloof wel dat het, dat je, als je ver van jezelf verwijderd raakt, te ver van jezelf verwijderd raakt… Van je eigen gevoel dat je dan sowieso te ver van huis bent, raakt. Dat je dan, dat het dan sowieso niet goed komt.

ERNST-JAN PFAUTH: Het alternatief is sowieso hommeles dus.

DIEUWERTJE BLOK: En wat is goed, hè? Ik bedoel dat is ja, ik bedoel, wat is goed? Het is ook gewoon soms genoegen nemen met dingen en niet… Mijn leven is ook niet altijd maar het grote geluk en alles. Maar ik kon ook in hele kleine dingen iets leuks zien. Ik ben niet zo’n, ik ben ook niet van mezelf heel boeken en continue op zoek maar naar een gelukkig, perfect, volmaakt leven. 

Het is ook het accepteren van je eigen imperfectie en eigen onvolmaaktheid. En ook niet te hoge eisen aan jezelf stellen. En dat is alleen maar wat steeds ingewikkelder wordt, heb ik het idee in deze tijd.

ERNST-JAN PFAUTH: Hm-hmm. En hoe kom combineert het niet te hoge eisen stellen aan jezelf met wel echt beter willen worden in wat je doet? Waar ligt die balans? 

DIEUWERTJE BLOK: Nou, dus dat je niet dingen, ja… Wat ik doe en wat ik kan, dat doe ik echt zo… wat ik al zei, zo goed mogelijk. Maar ik neem mezelf niet al te serieus, ik denk dat dat het is. Ik kan het niet anders uitleggen. 

ERNST-JAN PFAUTH: Klinkt bijna als een levensmotto [lacht].

DIEUWERTJE BLOK: Ja… Ja! Ik denk ook dat dat heel belangrijk is, dat je jezelf niet al te serieus moet nemen. Maar dat wat je doet serieus moet doen. 

ERNST-JAN PFAUTH: Mooi.

DIEUWERTJE BLOK: Dat denk ik wel, ja. En ik zou willen dat je, ik weet dat ze er mee bezig zijn. Maar ik hoop gewoon dat het veel meer mogelijk wordt dat je toch weer wat ruimte krijgt om te leren in een tempo die jou uitkomt, weet je wel.

Dat je niet op je veertiende een beslissing moet nemen waar je later nooit meer op terug kan komen. Of wat zoveel voor je afsluit. Want dat is natuurlijk de mazzel die ik heb gehad, dat het bij mij niet zo was. 

ERNST-JAN PFAUTH: Ik vind het wel mooi dat je tegen die kinderen die dus in dat systeem vastzitten nu, nog wel oproept omhoog te kijken. Om niet te luisteren naar autoriteit en hun eigen pad te bepalen. Hoe reageren die kids daarop?

DIEUWERTJE BLOK: Nou ja, het leuke is dat, ik doe daarna heel vaak doe ik een dilemma-spel met ze. En dat gaat dan echt om hele ingewikkelde, echt om dilemma’s. Onmogelijke keuzes bijna. 

ERNST-JAN PFAUTH: Zoals?

DIEUWERTJE BLOK: Je redt één iemand en krijgt dan alle roem en rijkdom toebedeeld, of je redt tien mensen en iedereen vindt je een vervelend persoon. 

ERNST-JAN PFAUTH: [Gniffelt] Já groep zeven, wat wordt het?

DIEUWERTJE BLOK: Ja, nee maar het is…

ERNST-JAN PFAUTH: En?

DIEUWERTJE BLOK: En dan is het heel leuk als er [kinderen] bijvoorbeeld het een kiezen en dan twee mensen zijn die dan iets anders kiezen. Want het gaat er niet om of het goed of fout is, dat is dan helemaal niet de kwestie. Maar het gaat erom dat je nadenkt over iets.

ERNST-JAN PFAUTH: De afweging maakt…

DIEUWERTJE BLOK: Dat je afwegingen maakt, het gaat natuurlijk, want mijn vrijheidscollege gaat natuurlijk heel erg om keuzes maken. Het gaat om dat wij hebben de vrijheid om te kiezen. Het gaat om hele kleine dingen. Ik geef, ik laat een foto zien uit 1942 van het strand in Zandvoort, op een stralende dag. Het strand ligt helemaal vol, is genomen vanaf een duin. Vanaf een trap waar je van afdaalde en er staat groot op een bord: ‘Verboden voor Joden’. 

Al die mensen zijn langs dat bord gekomen, afgedaald, met hun emmertjes en schepjes en liggen daar. Wat, wat… Je maakt keuzes. Keer je je er van af, draai je je gezicht weg, doe je mee? Verzet je ertegen? Dat zijn natuurlijk hele grote keuzes, maar het gaat ook, maar op kleiner vlak maak je ook keuzes.

Bekijk een video waarin Dieuwertje de foto uit Zandvoort laat zien

ERNST-JAN PFAUTH: Ja…

DIEUWERTJE BLOK: En die vrijheid heb je ook, en dat is heel belangrijk. Dat voel ik tenminste als iets heel belangrijks…

ERNST-JAN PFAUTH: Want al die kinderen komen natuurlijk voor talloze echte dilemma’s te staan en gaan groepsdruk ervaren, en jouw manier…

DIEUWERTJE BLOK: Precies! En daar gaat het om, dat je dus probeert. Ook al op een gegeven moment maak je dus, of kies je dan hetgene wat de andere ook kiezen. Maar we gaan dan ook in zo’n zaal van: ‘Waarom heb je dat gekozen?’ En kinderen hebben daar dan ook echt een verhaal bij, dus dan denk ik: ‘Ja, er is toch iets ingedaald.’ 

Ze denken na over, en kiezen dan ergens voor. En zien dan ook de consequentie van zo’n keuze, en waarom zou je het een kiezen, ja nou ja dan ontstaat er een gesprek. En over zoiets ingewikkeld.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja wat ontzettend mooi dat je dat doet. Je wapent ze dus eigenlijk door nu al te laten nadenken over dat soort dilemma’s. Zodat later, als ze zelf voor zo’n dilemma komen te staan, hopelijk daar aan terug denken en die vaardigheid hebben.

DIEUWERTJE BLOK: Maar dat heb ik zelf toch ook weet je. Ik weet, ik bedoel, ik ben gelukkig ook in een, na de oorlog opgegroeid en heb nooit voor dat soort keuzes gestaan. Maar die vraag jezelf stellen, wat zou ik doen? En daar over nadenken, dat is al heel, dat vind ik al heel belangrijk. En ik hoop dat ik het goed kies en het goede zal doen, natuurlijk. Maar ik durf het niet honderd procent zeker te zeggen. Want ik heb ook de neiging om heel hard weg te rennen.

ERNST-JAN PFAUTH: Want wie heeft destijds dat aan jou geleerd om die keuzes te maken?

DIEUWERTJE BLOK: Ja dat is me, dat is gezien door mij. Voorgeleefd door ouders. Dat is niet zo van: ‘Kijk en zo is het’…

ERNST-JAN PFAUTH: Die dilemma’s waar je het net over had die werden niet aan de keukentafel vroeger gedeeld?

DIEUWERTJE BLOK: Nee, nou ja, maar nee, nee, nee, nee, nee, nee. Maar mijn ouders maakte keuzes politiek, die waren echt actief politiek. Die waren maatschappelijk heel erg actief. Dus dat soort keuzes maakten zij wel. Ze maakten ze het niet makkelijk vanaf, door langs te kant te staan en te kankeren op alles wat de overheid doet, weet je wel. 

Maar nee, je bent zelf ook de samenleving, wij zijn de samenleving, dus je kan wel van alles vinden van de samenleving maar daar ben je zelf onderdeel van. En als je vindt dat iets anders moet dan zul je zelf ook wat moeten doen. Actief iets moeten doen…

ERNST-JAN PFAUTH: En zeiden ze dat letterlijk tegen je of lieten ze dat met hun eigen levens zien?

DIEUWERTJE BLOK: Nee dat lieten ze zien, weet je. Ja God wij hadden echt zo’n gezin met schrijfavonden thuis van Amnesty International. Mijn moeder had de UNICEF-winkel thuis. Er werd voor alles wat los en vast zat door mijn moeder gecollecteerd. Wij waren van de vereniging voor openbaar onderwijs, niet apart maar samen. Er hingen altijd affiches van politieke partijen bij ons voor de ramen. 

Mijn vader was gemeenteraadslid, wethouder voor de Partij van de Arbeid. Er werd gefolderd, er werd je ook niet, daar maakte ze zich ook niet makkelijk vanaf. Het open bejaardenwerk, alles, heel erg betrokken bij, want dat is ook wel weet je, als je ook maar de vrede weet te bewaken op je eigen vierkante kilometer. Dat is al heel wat als je dat voor elkaar krijgt. 

Ik bedoel, ik begrijp volkomen die, dat voel ik ook, de onmacht over alles in de wereld wat er op je af komt. En ik word gek dat ik zie wat er met de vluchtelingen gebeurt. Ik vind het verschrikkelijk, maar ik voel me ook onmachtig. Dus je moet op een gegeven moment ook maar genoegen nemen met gewoon je eigen kleine biotoop waar je in zit. Om het daarin in ieder geval zo goed mogelijk te doen. Je bent niet de de grote wereldredder. 

ERNST-JAN PFAUTH: Dus daarom geef je bijvoorbeeld de vrijheidscolleges.

DIEUWERTJE BLOK: Daarom geef ik die vrijheidscolleges. Dat soort dingen hebben we het dan over en dat is mijn verhaal daarover en ik hoop dat ze daar wat van opsteken.

Meepikken, nog eens over nadenken. Vind het belangrijk dat je in ieder geval actief over dat soort dingen nadenkt. Ik weet ook niet de goede antwoorden snap je, ik weet ook niet altijd wat de goede keuzes zijn. Maar alleen al dat nadenken maakt dat je niet, nou dat is actief met vrijheid bezig zijn.

ERNST-JAN PFAUTH: En dankjewel dat je dat ook in dit gesprek, voor mij en voor de luisteraars hebt gedaan…

DIEUWERTJE BLOK: Oké, geen dank!

Lees ook Dieuwertjes boek over haar jonge jaren, en die van haar moeder: Dragelijke Lichtheid (2022). Of beluister gesprekken met andere presentatoren zoals Noraly Beyer, Wilfried de Jong en Paul de Leeuw.

Wil je geen aflevering missen?

Geef je dan op voor de persoonlijke nieuwsbrief van presentator Ernst-Jan Pfauth. Hij mailt je nieuwe interviews en de belangrijkste lessen uit de gesprekken.

Kom naar Jonge Jaren Live op 27 november in Amsterdam