Prik fantasieverhalen van kinderen niet door

Alle kinderen vertellen fantasieverhalen, maar niet alle ouders reageren hetzelfde. Sommigen prikken de ballon van kinderlijke verbeelding door. Anderen moedigen hun kroost aan door te blazen. De moeders van scenarioschrijver Maria Goos en schrijver Yvonne Keuls deden het laatste, en legden zo de basis voor het schrijverschap van hun dochters. Dat vertelden Maria en Yvonne aan me in Jonge Jaren.

Yvonne Keuls – schrijver van onder andere Het verrotte leven van Floortje Bloem – werd in 1931 geboren in het toenmalige Nederlands-Indië. Op zevenjarige leeftijd kwam ze met haar ouders in Den Haag aan. Haar moeder kon to-taal niet aarden in het Hollandse en sloot zich thuis op. Maar stiekem was ze wel nieuwsgierig naar wat daarbuiten gebeurde. Aan Yvonne de taak om dat te vertellen. “Eén ding wist ik zeker”, zei ze daar over, “er moest een verhaal komen dat zou aansluiten bij mijn moeders fantasie.” En dus veranderde Yvonne het kalme Haagse beekje in een kolkende rivier, de boerderij om de hoek in een landhuis en de school in een lugubere gevangenis. “Mijn moeder ging helemaal op in die verhalen.”

Toen kwam de kwade dag dat Yvonne’s zwager haar moeder een autoritje door de buurt aanbod. Yvonne doodzenuwachtig natuurlijk. In bange afwachting van de afstraffing. Maar die kwam niet. “Mijn moeder keek door het autoraam naar buiten, heel verbaasd. En toen zei ze, heel beslist: ‘‘Zo ziet het er niet uit.’”. Yvonne’s moeder verkoos de fantasie van haar dochter boven de werkelijkheid. “Ze bleef trouw aan mij”, zegt Yvonne daar tachtig jaar later over, “en zo is mijn schrijverschap begonnen.”

Scenarioschrijver Maria Goos vertelde me een soortgelijk verhaal. Toen haar vader overleed, bleef Maria’s moeder depressief achter. Het was opeens ‘doodstil’ in huis. Maria, een tiener nog maar, dacht ‘Dit is niet goed, ik moet dingen gaan vertellen.’

Maar op een gegeven moment waren haar verhalen op. “Ik zat uitverteld aan tafel. Ik wist niks meer. En toen werd het weer stil. Toen dacht ik, dat gevoel kan ik me nog goed herinneren, ‘even naar de w.c., even iets nieuws verzinnen’.”

Bijvoorbeeld dat een jongen uit de buurt was overgestoken tussen twee auto’s toen er eentje naar achteren reed. Beide benen gebroken, zogenaamd. “Ik denk dat daar de schrijver geboren is.” Maar ook Maria’s verhalen kwamen uit. “Dan zei mijn moeder alleen: ‘Dat klopt helemaal niet hè, van Rob. Die heeft helemaal zijn benen niet gebroken.’” Maar er volgde geen straf. Integendeel, Maria’s moeder leefde op door de verhalen van haar dochter. “Ik heb haar denk ik wel uit een depressie geluld. Dus dan krijgt schrijven een grote noodzaak.”

In zowel Maria als Yvonne zat al een verhalenverteller verscholen. Dankzij de aanmoedigingen van hun moeders kwam die tevoorschijn.

Het kan ook andersom, vertelde Hoe Overleef Ik-schrijver Francine Oomen me. “Er zijn ook ouders die, met de allerbeste bedoelingen van de wereld, de intuïtie van hun kind beknotten. Die zeggen als een jongetje heel graag voetbalt: ‘Joh, d’r is maar nul komma nul procent van de mensen die daar een boterham mee kan verdienen. Doe dat nou maar niet’, of als je heel graag tekent van: ‘Joh, doe dat maar als hobby erbij.’ Maar daarmee amputeer je eigenlijk een ontzettend belangrijk deel van iemand.”

Welk deel is dat dan? Francine: “Je hart, in feite. Wat je hart, of je guts, of wat dan ook, zeggen, van ‘dit hoor ik te doen.’”

Prik dus nooit de fantasieverhalen van je kind door. Droom lekker mee.

Laatste drie interviews:

  • 17 april 2024

    De rapper over waarom iedereen een creatieve uitlaatklep zou moeten hebben

    Thumbnail
  • 10 april 2024

    De Librije-power couple over slaaptekort, kritiek en veerkracht

    Thumbnail
  • 3 april 2024

    De banketbakker over hoe hij van onzekerheid iets positiefs maakt

    Thumbnail

Wil je geen aflevering missen?

Geef je dan op voor de persoonlijke nieuwsbrief van presentator Ernst-Jan Pfauth. Hij mailt je nieuwe interviews en de belangrijkste lessen uit de gesprekken.