Noot vooraf: schrijven is in deze levensles een metafoor voor elk type werk.
“Je moet je voorstellen: er is niets, niks, geen letter.” Aan het woord is scenarioschrijver Maria Goos. Ze heeft acht Gouden Kalveren in the pocket en staat op het punt haar schrijfproces te omschrijven. Dat kan niet anders dan een glorieuze exercitie zijn, toch?
“Dan ga je schrijven”, zegt Maria, “en negen van de tien keer wordt het iets waarvan je denkt: ‘Ik schaam me kapot dat het er staat. Jezus wat is dit lelijk’.”
Oh.
Hoezo dan Maria? Je behoort tot de absolute schrijverstop. Waarom schieten de woorden niet als voorjaarsbloemen uit je pen?
“Je moet durven je angst op papier te zetten, anders is er voor de lezer helemaal niets aan.” In je angst zit de ‘essentie’ van wat je wilt zeggen. Maar dat is een ‘worsteling met het papier’. Want diezelfde angst probeert je tegelijkertijd te weerhouden van het schrijven. Die vertelt je dat je eerste tekst niet goed genoeg is. Maria: “Je moet durven te zien dat het echt verschrikkelijk lelijk, stom en voorspelbaar en clichématig is. En sentimenteel is dat je zit te schrijven.”
Ik vind het zo’n bevrijdende gedachte dat zelfs de beste schrijvers hun eerste teksten waardeloos vinden. Dat ze net als ik het gevoel hebben dat de eerste alinea’s nooit aan hun verwachtingen gaan voldoen. De wereldwijde literaire sensatie Deepti Kapoor vertelde me daarover dat het ‘een strijd’ is om uit te drukken wat er in haar hoofd zit: “Wat ik voor me zie, kan ik niet volledig overbrengen op papier.”
Als iedereen dit heeft, betekent het dat je maar één ding hoeft te doen: blijven doorschrijven. Ook als je er niet voor in de stemming bent. Ook als je wel kan janken over wat er op papier staat.
“De volgende dag ga je weer aan de slag”, zegt Maria daarover, “Doorschrijven. Niet die shit die je op papier hebt gekwakt meteen gaan polijsten. Door met die troep, door met dat lelijk schrijven! Alle shit moet eruit. Dan heb je in ieder geval iets op papier”
Hoe Overleef Ik-schrijver Francine Oomen vertelde me dat ze tijdens die worsteling het gesprek aangaat met de ‘innerlijke criticus’ in haar hoofd. “Heel fijn dat je me wil helpen”, zegt ze dan, “maar het hoeft nu niet, straks mag je misschien meedoen met corrigeren.” En dan richt Francine zich op het ‘aanmoedigende deel’ in haar hoofd. “Het deel wat gewoon plezier heeft. Wat enthousiast is.” Verlicht jezelf van de zwaarte van het schrijven en richt je op de lol ervan.
Pas op de helft mag je van Maria en Francine terugblikken, schaven en schrappen. Francine: “Schrijf, schrijf, schrijf’, doe het! Ga gewoon door, en door en door. En pas daarna terugkeren naar het begin. Dan kun je met alle ervaring die je gedurende je weg hebt opgedaan het begin bijwerken.”
Onthoud de volgende keer als je achter je laptop kruipt: schrijven is een worsteling, zelfs voor de beste schrijvers. Ze hebben net als jij het gevoel dat ze niet meteen kunnen uitdrukken wat er in hun hoofd zit. Het goede nieuws is dat je gewoon door kunt tikken, ook als het niet goed voelt. Concentreer je op het plezier van schrijven. In de woorden van Maria: ‘ontrem jezelf’. Uiteindelijk komt het goed, en vind je tussen al die zinnen iets van waarde.